ECLI:NL:GHARL:2017:4776
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. van Waarden
- M. Barels
- R.W. van Zuijlen
- Rechtspraak.nl
Ontoelaatbaarheid van wijziging tenlastelegging in strafzaak tegen verdachte voor het in voorraad hebben van valse bankbiljetten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, namelijk het in voorraad hebben van valse bankbiljetten. De kinderrechter had een vordering tot wijziging van de tenlastelegging toegewezen, maar het hof oordeelde dat deze wijziging ontoelaatbaar was. Het hof stelde vast dat er geen sprake was van 'hetzelfde feit' zoals bedoeld in de wet, omdat de oorspronkelijke tenlastelegging en de wijziging verschillende delictsomschrijvingen betroffen. De oorspronkelijke tenlastelegging betrof het in voorraad hebben van valse bankbiljetten, terwijl de wijziging verduistering betrof. Het hof oordeelde dat de kinderrechter de vordering tot wijziging ten onrechte had toegewezen en dat de wijziging in hoger beroep alsnog ontoelaatbaar werd verklaard. Het hof sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om tot een bewezenverklaring te komen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren. De zaak werd behandeld in het openbaar, maar de verdachte was niet aanwezig tijdens de uitspraak.