ECLI:NL:GHARL:2017:4588

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 mei 2017
Publicatiedatum
1 juni 2017
Zaaknummer
21-007314-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal in vereniging met valse sleutels en aanwezig hebben van harddrugs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar heeft hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling voor diefstal in vereniging met valse sleutels en het aanwezig hebben van harddrugs. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard, maar heeft de vrijspraak van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is schuldig bevonden aan meerdere diefstallen, gepleegd met behulp van valse sleutels, en het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid harddrugs, waaronder MDMA en amfetamine. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn voor een groot deel toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-007314-15
Uitspraak d.d.: 24 mei 2017
TEGENSPRAAK
Promis

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 8 december 2015 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-880522-14 en 05-780006-15, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1979] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. Y. Bouchikhi, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Verdachte is bij vonnis waarvan beroep vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 2, 5, 6 en 7 ten laste gelegde. Hoger beroep tegen deze vrijspraak staat voor verdachte niet open. Het hof zal verdachte daarom in zoverre niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep verklaren.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan zijn oordeel onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – voor zover in hoger beroep van belang – ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 05-880522-14:
1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 mei 2014 tot en met 23 mei 2014 te Apeldoorn en/of Duiven en/of elders in Nederland, althans in Nederland en/of in Emmerich en/of in Elten, in elk geval in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer bankpassen van [slachtoffer] en/of -uit/middels een of meer pinautomaten/geldautomaten van een of meer bankrekeningen van en/of op naam van [slachtoffer] heeft weggenomen een aantal geldbedragen van totaal ongeveer 2759,40 euro, althans totaal een groot geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s), die/dat weg te nemen goederen/geld onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van (een) bankpas(sen) en/of pinpas(sen) en/of sleutels) welke diefstal(len) werd(en) voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welkgeweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte (en/of verdachtes mededader(s)) [slachtoffer] heeft/hebben gedrogeerd met scopolamine, althans [slachtoffer] deze stof heeft/hebben toegebracht en/of (al dan niet onbewust) hebben laten innemen, welk feit de dood ten gevolge heeft gehad;
3:
hij in of omstreeks de periode van 26 juni 2013 tot en met 30 juni 2013, te Etten-Leur en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer bankpassen op naam van [benadeelde 1] en/of in/uit/middels pinautomaten/geldautomaten van een of meer bankrekeningen van [benadeelde 1] , althans elders, heeft weggenomen een aantal geldbedragen, totaal van ongeveer 6911,05 euro, althans een groot geldbedrag, en/of andere goederen, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van (een) bankpas(sen) en/of pinpas(sen) en/of sleutels van die [benadeelde 1] );
4:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 januari 2014 tot en met 16 januari 2014 te Almere en/of te Amsterdam en/of te Huizen en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer bankpassen op naam van [benadeelde 2] en/of uit/middels pinautomaten en/of geldautomaten, althans elders, van een of meer bankrekeningen op naam van [benadeelde 2] heeft weggenomen een aantal geldbedragen, totaal ongeveer 34737,69 euro, althans een groot geldbedrag, in elk geval enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van (een) pinpas(sen)/bankpas(sen) en/of sleutels van die [benadeelde 2] );
8:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 april 2014 tot en met 25 april 2014 te Utrecht en/of te Venray en/of te Lage Vuursche en/of te Amsterdam en/of te Schiphol, en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/middels een pinautomaat/betaalautomaat van een of meer bankrekeningen van [benadeelde 3] heeft weggenomen een aantal geldbedragen, totaal voor ongeveer 1858,42 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van (een) pinpas(sen)/bankpas(sen) en/of sleutels van die [benadeelde 3] );
9:
hij op of omstreeks 15 juli 2014 te Bussum, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 48.378 pillen, in elk geval een grote hoeveelheid pillen, bevattende amfetamine en/of MDMA (xtc) en/of MDEA (XTC) en/of MDA (XTC) en/of N-ethylMDA en/of een of meer andere stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA (xtc) en/of MDEA (XTC) en/of MDA (XTC) en/of N-ethylMDA en/of een of meer andere stoffen, zijnde amfetamine en/of MDMA (xtc) en/of MDEA (XTC) en/of MDA (XTC) en/of N-ethylMDA en/of een of meer van die andere stoffen een middel/middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Zaak met parketnummer 05-780006-15 (gevoegd):
1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 april 2013 tot en met 17 april 2013 te Amsterdam, in elk geval in de gemeente Amsterdam en/of elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/ middels een of meer pinautomaten en/of betaalautomaten van een bankrekening van [benadeelde 4] heeft weggenomen een aantal geldbedragen (totaal voor ongeveer 2400,00 euro) (te weten:
- een geldbedrag van 800,-- via ING Bank automaat te Amsterdam en/of
- een geldbedrag van 900,-- via ING Bank automaat te Amsterdam en/of
- een geldbedrag van 200,-- via ING Bank automaat te Amsterdam en/of
- een geldbedrag van 250,-- via een ABN/Amro Bank automaat te Amsterdam en/of
- een geldbedrag van 250,-- via een ABN/Amro Bank automaat te Amsterdam),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (door met (een) gestolen en/of wederrechtelijk verkregen/gebruikte bankpas(sen) en/of met bijbehorende wederrechtelijk verkregen pincode(s) voormelde bedragen te pinnen);
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1, 3, 4, 8 en 9 en het in de zaak met parketnummer 05-780006-15 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 4 en 9 ten laste gelegde. Ten aanzien van de overige feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Ten aanzien van feit 4 (05-880522-14) heeft de raadsman daartoe betoogd dat er geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking is geweest tussen verdachte en de medeverdachte ten aanzien van de diefstal van de pinpas van aangever [benadeelde 2] . Er zijn geen bewijsmiddelen in het dossier waaruit zou blijken dat verdachte met de pas van [benadeelde 2] geld heeft opgenomen of betalingen heeft verricht. Het feit dat er al werd gepind op het moment dat de medeverdachte nog in de woning van [benadeelde 2] was, maakt nog niet dat verdachte de pas heeft gebruikt. Het telefoonnummer 0649927507 kan niet aan verdachte worden gekoppeld. Van de geldopnames uit de automaten en de pintransacties in de winkels zijn geen deugdelijke beelden beschikbaar. De in de woning van verdachte aangetroffen kassabonnen en de signalementen van de winkelbediendes zijn onvoldoende om verdachte aan de gedane transacties te koppelen.
Ten aanzien van feit 9 (05-880522-14) heeft de raadsman daartoe betoogd dat de emmer met pillen zich niet in de machtssfeer van verdachte heeft bevonden. Verdachte wist niets van de aanwezigheid van de emmer en er waren andere mensen die vrije toegang hadden tot de keuken waar de emmer is aangetroffen.
Oordeel van het hof
Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bekend de in de zaak met parketnummer 05/880522-14 onder 1, 2 en 8 ten laste gelegde feiten en het in de zaak met parketnummer 05-780006-15 ten laste gelegde te hebben gepleegd. Het hof is van oordeel dat die feiten wettig en overtuigend bewezen zijn zoals ze hierna worden weergegeven.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 4 en 9 ten laste gelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daartoe in het bijzonder het volgende.
Parketnummer 05-880522-14, feit 4
Op 14 en 17 januari 2014 heeft [benadeelde 2] aangifte gedaan van diefstal een aantal geldbedragen van zijn rekening. Medeverdachte [medeverdachte] heeft de pinpas met bijbehorende code van [benadeelde 2] ontvreemd en een medeverdachte daarmee transacties en geldopnames laten verrichten. Het hof stelt vast dat het hier gaat om een werkwijze die op essentiële punten overeenkomt met de werkwijze ten aanzien van de overige bewezen verklaarde feiten. De vraag die vervolgens dient te worden beantwoord is of verdachte degene is geweest die de transacties heeft verricht. Het hof beantwoordt deze vraag bevestigend.
Daartoe overweegt het hof dat er bonnen en facturen met betrekking tot een aantal van de gedane transacties zijn gevonden in de woning van verdachte. Een van die facturen is zelfs op naam en adres van verdachte uitgeschreven, zij het met een andere voorletter en een ander huisnummer. Ook is verdachte op basis van telefoongegevens – via het telefoonnummer en het IMEI-nummer van de telefoon van verdachte – te plaatsen op verschillende locaties waar transacties hebben plaatsgevonden.
Het hof acht verdachte dan ook schuldig aan het medeplegen van diefstal met een valse sleutel.
Parketnummer 05-880522-14, feit 9
Op 15 juli 2014 is in de woning van verdachte onder meer een emmer met 13,5 kilogram blauwe pillen aangetroffen. Na onderzoek door het NFI is gebleken dat de pillen MDMA en amfetamine bevatten. De verdediging heeft de juistheid van de conclusies van het NFI niet betwist. Ook het hof gaat uit van de juistheid daarvan.
De emmer bevond zich onder de keukentafel in de woning die verdachte op dat moment huurde. Naast de emmer zijn op diverse plekken in de woning gebruikershoeveelheden drugs gevonden. Verdachte heeft ontkend dat de emmer van hem is, maar hij heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat alle gebruikershoeveelheden wel van hem waren. Van wie de emmer wel was, heeft verdachte niet verklaard.
De huisbaas van verdachte heeft verklaard dat er minder mensen toegang hadden tot de woning dan verdachte heeft doen voorkomen. In de auto van verdachte is poeder aangetroffen met dezelfde blauwe kleur als de pillen in de emmer.
Op grond van het voorgaande, in onderling verband bezien, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van de in de keuken aangetroffen pillen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1, 3, 4, 8 en 9 en in de zaak met parketnummer 05-780006-15 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 05-880522-14:
1:
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 22 mei 2014 tot en met 23 mei 2014 te Apeldoorn en
/ofDuiven
en/of elders in Nederland, althans in Nederlanden
/ofin Emmerich
en/of in Elten,
in elk geval in Duitsland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
of meerbankpas
senvan [slachtoffer] en
/of -uit/middels
een of meerpinautomaten/geldautomaten van een
of meerbankrekening
envan en/of op naam van [slachtoffer] heeft weggenomen een aantal geldbedragen van totaal
ongeveer2759,40 euro,
althans totaal een groot geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s), die/dat weg te nemen
goederen/geld onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van
(een
)bankpas
(sen)en/of pinpas
(sen) en/of sleutels)
welke diefstal(len) werd(en) voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welkgeweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte (en/of verdachtes mededader(s)) [slachtoffer] heeft/hebben gedrogeerd met scopolamine, althans [slachtoffer] deze stof heeft/hebben toegebracht en/of (al dan niet onbewust) hebben laten innemen, welke feit de dood ten gevolge heeft gehad;
3:
hij in
of omstreeksde periode van 26 juni 2013 tot en met 30 juni 2013, te Etten-Leur en
/ofelders in Nederland,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en),
althans alleen,(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
of meerbankpas
senop naam van [benadeelde 1] en
/of in/uit/middels pinautomaten/geldautomaten van een
of meerbankrekening
envan [benadeelde 1] ,
althans elders,heeft weggenomen een aantal geldbedragen, totaal
van ongeveer6911,05 euro,
althans een groot geldbedrag, en/of andere goederen, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes mededader(s),waarbij verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van
(een
)bankpas
(sen) en/of pinpas
(sen) en/of sleutelsvan die [benadeelde 1] );
4:
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 09 januari 2014 tot en met 16 januari 2014 te Almere en
/ofte Amsterdam en
/ofte Huizen
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
of meerbankpas
senop naam van [benadeelde 2] en
/of uit/middels pinautomaten en/of geldautomaten,
althans elders,van een
of meerbankrekening
enop naam van [benadeelde 2] heeft weggenomen een aantal geldbedragen, totaal
ongeveer34737,69 euro,
althans een groot geldbedrag, in elk geval enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes mededader(s),waarbij verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van
(een
)pinpas
(sen)/bankpas
(sen) en/of sleutelsvan die [benadeelde 2] );
8:
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 18 april 2014 tot en met 25 april 2014 te Utrecht en
/of te Venray en/of te Lage Vuursche en/ofte Amsterdam en
/ofte Schiphol,
en/of elders in Nederland, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit/middels een pinautomaat/betaalautomaat van een
of meerbankrekeningen van [benadeelde 3] heeft weggenomen een aantal geldbedragen, totaal
voor ongeveer1858,42 euro,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten onbevoegd gebruik maken van
(een
)pinpas
(sen)/bankpas
(sen) en/of sleutelsvan die [benadeelde 3] );
9:
hij op
of omstreeks15 juli 2014 te Bussum,
in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 48.378 pillen, in elk gevaleen grote hoeveelheid pillen, bevattende amfetamine en/of MDMA (xtc)
en/of MDEA (XTC) en/of MDA (XTC) en/of N-ethylMDA en/of een of meer andere stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA (xtc) en/of MDEA (XTC) en/of MDA (XTC) en/of N-ethylMDA en/of een of meer andere stoffen,zijnde amfetamine en/of MDMA (xtc)
en/of MDEA (XTC) en/of MDA (XTC) en/of N-ethylMDA en/of een of meer van die andere stoffen een middel/middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Zaak met parketnummer 05-780006-15 (gevoegd):
1:
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 16 april 2013 tot en met 17 april 2013 te Amsterdam,
in elk geval in de gemeente Amsterdam en/of elders in Nederland, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit/middels
een of meerpinautomaten
en/of betaalautomaten van een bankrekening van [benadeelde 4] heeft weggenomen een aantal geldbedragen (totaal voor
ongeveer2400,00 euro) (te weten:
- een geldbedrag van 800,-- via ING Bank automaat te Amsterdam en
/of
- een geldbedrag van 900,-- via ING Bank automaat te Amsterdam en
/of
- een geldbedrag van 200,-- via ING Bank automaat te Amsterdam en
/of
- een geldbedrag van 250,-- via een ABN/Amro Bank automaat te Amsterdam en
/of
- een geldbedrag van 250,-- via een ABN/Amro Bank automaat te Amsterdam),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 4] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (door met een gestolen en/of wederrechtelijk verkregen/gebruikte bankpas
(sen)en
/ofmet bijbehorende wederrechtelijk verkregen pincode
(s)voormelde bedragen te pinnen);
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1, 3, 4 en 8 en het in de zaak met parketnummer 05-780006-15 bewezen verklaarde levert telkens op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels,
meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 9 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar.
Wat betreft feit 1 is verdachte alleen de diefstal in vereniging door middel van valse sleutels te verwijten, nu het ten laste gelegde geweld geheel voor rekening van zijn mededader komt.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat in de onderhavige zaak een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. Verdachte en zijn medeverdachte zijn op slinkse wijze te werk gegaan om hun slachtoffers hun geld afhandig te maken. Verdachte heeft met zijn handelwijze het vertrouwen van hun slachtoffers in hun medemens ernstig geschaad.
Daarnaast heeft verdachte een grote hoeveelheid XTC-pillen in zijn woning aanwezig gehad. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs een gevaar opleveren voor de gezondheid van de gebruikers daarvan.
Uit de justitiële documentatie van verdachte komt naar voren dat hij eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van een Opiumwetdelict. Desondanks heeft deze veroordeling er niet toe geleid dat verdachte zich heeft weerhouden van het opnieuw plegen van een dergelijk feit.
In het voordeel van verdachte neemt het hof mee dat verdachte werk, met uitzicht op een vast contract, en een woning heeft. Verdachte heeft er ter terechtzitting in hoger beroep blijk van gegeven dat hij zijn oude leven achter zich wil laten en dat hij daartoe concrete stappen heeft gezet.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof acht, alles afwegend, de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaar passend en geboden.
Ten aanzien van het beslag
Nu de in beslag genomen middelen, zoals op de aangehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen onder nummer 4 tot en met 33 staan vermeld, middelen zijn als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, dienen deze op grond van artikel 13a van de Opiumwet te worden onttrokken aan het verkeer.

Vorderingen van de benadeelde partijen

Het hof stelt voorop dat de verdediging de hoogte van de vorderingen niet heeft betwist, zodat de vorderingen voor het overgrote deel voor toewijzing vatbaar zijn (hoofdelijk).
De raadsman heeft verzocht de vervangende hechtenis per hoofdelijk opgelegde schadevergoedingsmaatregel op één dag te stellen, omdat de medeverdachte door zijn eventuele detentie hoogstwaarschijnlijk niet in staat zal zijn een bijdrage aan de betaling te leveren. Verdachte zal dan de toegewezen vorderingen volledig moeten voldoen. Verdachte is al begonnen met betalen, maar de kans dat hij de bedragen zelf niet volledig kan voldoen binnen de tijd die het CJIB hem daarvoor zal geven, is reëel. De kans dat verdachte dan vervangende hechtenis zal moeten ondergaan is eveneens reëel. Volgens de raadsman zou dit onevenredig zwaar op verdachte drukken.
Het hof zal, in het licht van wat de raadsman heeft aangevoerd, de vervangende hechtenis per opgelegde schadevergoedingsmaatregel vaststellen op de helft van het aantal dagen, dat gebruikelijk is en door de rechtbank is opgelegd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 215,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.693,57. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.150,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 6.761,05. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 3 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering (hoofdelijk) zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 33.864,27. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 4 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 31950,03. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het bewezen verklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. Het gaat om de volgende posten:
  • rekening horeca : € 10,00;
  • rekening horeca : € 54,75;
  • deurwaarderskosten : € 1.718,23;
  • brandstof : € 67,52;
  • levensverzekeringspremie : € 63,74 .
De benadeelde partij kan daarom voor wat betreft de bovengenoemde posten in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.593,78. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 8 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering (hoofdelijk) zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.111,78. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-780006-15 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering (hoofdelijk) zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet en de artikelen 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 2, 5, 6 en 7 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan zijn oordeel onderworpen en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1, 3, 4, 8 en 9 en het in de zaak met parketnummer
05-780006-15 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 1, 3, 4, 8 en 9 en het in de zaak met parketnummer 05-780006-15 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de voorwerpen vermeld onder nummer 4 tot en met 33 op de aangehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
de voorwerpen vermeld onder nummer 1 tot en met 3 op de aangehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 5] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door haar gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 6] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door haar gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 7] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door haar gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 6.761,05 (zesduizend zevenhonderdeenenzestig euro en vijf cent) bestaande uit € 6.411,05 (zesduizend vierhonderdelf euro en vijf cent) materiële schade en € 350,00 (driehonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 6.761,05 (zesduizend zevenhonderdeenenzestig euro en vijf cent) bestaande uit € 6.411,05 (zesduizend vierhonderdelf euro en vijf cent) materiële schade en € 350,00 (driehonderdvijftig euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
34 (vierendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [benadeelde 2] ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 4 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 31.950,03 (eenendertigduizend negenhonderdvijftig euro en drie cent) bestaande uit € 31.800,03 (eenendertigduizend achthonderd euro en drie cent) materiële schade en € 150,00 (honderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 4 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 31.950,03 (eenendertigduizend negenhonderdvijftig euro en drie cent) bestaande uit € 31.800,03 (eenendertigduizend achthonderd euro en drie cent) materiële schade en € 150,00 (honderdvijftig euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
102 (honderdtwee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 3] ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 8 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.858,42 (duizend achthonderdachtenvijftig euro en tweeënveertig cent) bestaande uit € 1.858,42 (duizend achthonderdachtenvijftig euro en tweeënveertig cent) materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 25 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 25 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 3] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-880522-14 onder 8 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 1.858,42 (duizend achthonderdachtenvijftig euro en tweeënveertig cent) bestaande uit € 1.858,42 (duizend achthonderdachtenvijftig euro en tweeënveertig cent) materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 25 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 25 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 4] ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780006-15 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 3.111,78 (drieduizend honderdelf euro en achtenzeventig cent) bestaande uit
€ 2.561,78 (tweeduizend vijfhonderdeenenzestig euro en achtenzeventig cent) materiële schade en € 550,00 (vijfhonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 17 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 17 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 4] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780006-15 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 3.111,78 (drieduizend honderdelf euro en achtenzeventig cent) bestaande uit € 2.561,78 (tweeduizend vijfhonderdeenenzestig euro en achtenzeventig cent) materiële schade en € 550,00 (vijfhonderdvijftig euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 17 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 17 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Aldus gewezen door
mr. H. Abbink, voorzitter,
mr. R.H. Koning en mr. B.F.A. van der Krabben, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.W.P. Soons, griffier,
en op 24 mei 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 24 mei 2017.
Tegenwoordig:
mr. H.H.M. van Dijk, voorzitter,
mr. J.W.M. Grimbergen, advocaat-generaal,
mr. R.W.P. Soons, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.