ECLI:NL:GHARL:2017:4509
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Anjewierden
- mr. Arntz
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake niet-tijdig ingesteld beroep tegen inleidende beschikking WAHV
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 16 februari 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een inleidende beschikking ontvangen van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, maar het beroep hiertegen was niet tijdig ingesteld. De kantonrechter oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de leasemaatschappij, als kentekenhouder, de sanctie al had betaald zonder de gemachtigde van de betrokkene hierover te informeren.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het beroep op 9 augustus 2013 eindigde. Het beroepschrift was gedateerd op 26 augustus 2013 en werd op 28 augustus 2013 bij de CVOM ingediend, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat hij niet eerder beroep kon instellen omdat de leasemaatschappij de sanctie had voldaan zonder hem tijdig te informeren.
Het hof oordeelde echter dat deze omstandigheid niet als verschoonbaar kon worden aangemerkt. De inleidende beschikking was op naam van de betrokkene gesteld, en het was aan hem of zijn gemachtigde om tijdig beroep in te stellen. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond, maar verklaarde het beroep tegen de inleidende beschikking niet-ontvankelijk.
De beslissing van het hof houdt in dat de kantonrechter ten onrechte de beslissing van de officier van justitie in stand heeft gelaten. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de zaak in overeenstemming met de wet afgehandeld.