Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[curator2],
verzoekers in hoger beroep, verder te noemen:
de curatoren,
betrokkene.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot machtiging voor schenkingen door curatoren van een betrokkene die onder curatele is gesteld wegens een geestelijke stoornis. De betrokkene, geboren in 1950 met het downsyndroom, is op 19 september 2014 onder curatele gesteld. De curatoren, zijn broer en de echtgenote van die broer, hebben in 2015 en 2016 verzocht om toestemming voor schenkingen aan henzelf en aan hun kinderen, alsook aan de moeder van de betrokkene. De kantonrechter heeft deze verzoeken in eerste aanleg afgewezen, wat heeft geleid tot hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2016 hebben de curatoren hun verzoeken toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat er een schenkingstraditie bestaat tussen de betrokkene en zijn moeder, en tussen hem en de curatoren. Het hof heeft ook gekeken naar de financiële situatie van de betrokkene en de impact van de schenkingen op zijn vermogen. Het hof oordeelt dat de schenkingen aan de moeder en de curatoren in stand kunnen blijven, mits het vermogen van de betrokkene boven de grens van € 30.000,- blijft.
De beslissing van het hof is dat de bestreden beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en dat de gevraagde machtigingen tot schenkingen worden verleend, voor zover deze niet leiden tot een vermogen onder de € 30.000,-. De curatoren moeten echter terugbetalen voor zover de schenkingen dat wel doen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.