ECLI:NL:GHARL:2017:4453

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 mei 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017
Zaaknummer
200.183.079
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie in faillissementsprocedure met betrekking tot Woonidee Eurogroep B.V.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de besloten vennootschap Woonidee Eurogroep B.V., die in staat van faillissement is verklaard. De curator heeft de procedure niet overgenomen, wat aanleiding gaf tot een verzoek tot ontslag van instantie door twee van de drie geïntimeerden. Het hof heeft het verzoek tot ontslag van instantie toegewezen voor één van de geïntimeerden, terwijl de procedure tegen de andere geïntimeerde, die ook gefailleerd is, is geschorst op grond van artikel 29 van de Faillissementswet. De procedure tussen Woonidee en de derde geïntimeerde, die niet verschenen was, blijft doorlopen. Woonidee krijgt de gelegenheid om in die zaak een memorie van grieven in te dienen.

Het hof verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Gelderland en beschrijft de gang van zaken in de eerste aanleg en het hoger beroep. Woonidee heeft de geïntimeerden gedagvaard, maar heeft op een cruciale rolzitting geen grieven ingediend. De geïntimeerden hebben een mededeling gedaan over de schorsing van de procedure wegens insolventie van Woonidee. De curator is opgeroepen, maar heeft aangegeven de procedure niet over te nemen. Het hof oordeelt dat het verzoek om ontslag van instantie van de geïntimeerde die belang heeft bij het verzoek, toegewezen kan worden, terwijl de procedure tegen de andere geïntimeerde voortgezet zal worden.

De beslissing van het hof houdt in dat de procedure tegen de gefailleerde geïntimeerde van rechtswege is geschorst, dat de andere geïntimeerde van de instantie wordt ontslagen, en dat de zaak tegen de derde geïntimeerde naar de rol wordt verwezen voor het indienen van een memorie van grieven.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof: 200.183.079
(zaaknummer rechtbank Gelderland: 265471)
arrest van 30 mei 2017
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Woonidee Eurogroep B.V.,
gevestigd te Utrecht,
hierna: Woonidee,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
advocaat: mr. M.T.C. Bikker,
tegen:

1.[geïntimeerde 1] ,

wonende te [plaatsnaam] ,
hierna: [geïntimeerde 1] ,
advocaat: mr. M. van Hunnik,
2.
[geïntimeerde 2],
wonende te [plaatsnaam] ,
hierna: [geïntimeerde 2] ,
niet verschenen,
3.
[geïntimeerde 3],
wonende te [plaatsnaam] ,
hierna: [geïntimeerde 3] ,
advocaat: mr. J. de Koning Gans,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de tussen partijen gewezen vonnissen van de rechtbank Gelderland van 20 augustus 2014, 17 december 2014 en 26 augustus 2015.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij dagvaarding d.d. 26 november 2015 heeft Woonidee [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] in hoger beroep gedagvaard tegen de rolzitting van 5 januari 2016. Op die rolzitting zijn [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 3] bij advocaat verschenen. Tegen [geïntimeerde 2] is verstek verleend. De zaak is verwezen naar de roldatum 22 maart 2016 voor memorie van grieven.
2.2
Op de roldatum 22 maart 2016 heeft Woonidee niet van grieven gediend. [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 3] hebben op die roldatum een “mededeling schorsing wegens insolventie procespartij” gedaan. Daarbij hebben zij een uittreksel uit het Centraal Insolventieregister overgelegd waaruit blijkt dat Woonidee op 5 januari 2016 in staat van faillissement is verklaard. Geïntimeerden zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld om de curator in het faillissement van Woonidee (hierna: de curator) tegen de roldatum van 19 april 2016 op te roepen.
2.3
Bij exploot van 31 maart 2016 hebben [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 3] de curator opgeroepen om zich op de roldatum 19 april 2016 uit te laten over overneming van de procedure. De curator heeft bij brief van 18 april 2016 laten weten de procedure niet over te nemen. Daarop hebben [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 3] jegens Woonidee ontslag van instantie verzocht. Woonidee is in de gelegenheid gesteld om zich daarover op de rolzitting van 3 mei 2016 uit te laten. Op die rolzitting heeft Woonidee om uitstel verzocht, onder de mededeling dat [geïntimeerde 1] inmiddels ook in staat van faillissement is verklaard. De zaak is daarop verwezen naar de rol van 31 mei 2016. Nadat aan Woonidee op die rolzitting nogmaals uitstel is verleend, heeft Woonidee op de rolzitting van 28 juni 2016 meegedeeld het verzoek tot ontslag van instantie niet te bestrijden.
2.4
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald teneinde te beslissen op het verzoek tot ontslag van de instantie.

3.De motivering van de beslissing in hoger beroep

3.1
[geïntimeerde 3] heeft samen met [geïntimeerde 1] om ontslag van instantie verzocht, aangezien de curator de procedure niet wenst over te nemen. Woonidee heeft zich tegen dit verzoek niet verzet.
3.2
Voor zover het [geïntimeerde 1] aangaat, geldt dat de procedure vorderingen van Woonidee betreft die voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hebben zoals bedoeld in artikel 29 Faillissementswet, zodat de procedure jegens haar van rechtswege is geschorst. Op haar verzoek tot ontslag van instantie kan thans dus niet worden beslist.
3.3
[geïntimeerde 3] heeft belang bij het verzochte ontslag van instantie. In eerste aanleg zijn immers de vorderingen van Woonidee jegens hem afgewezen en hij zal, nu de curator het geding niet overneemt, de proceskosten in hoger beroep niet op Woonidee kunnen verhalen. Naar het oordeel van het hof is het verzoek om ontslag van instantie niet in strijd met de eisen van een goede procesorde. Het verzoek om ontslag van instantie van [geïntimeerde 3] zal worden toegewezen.
3.4
Voor zover het [geïntimeerde 2] aangaat, geldt dat geen ontslag van instantie is verzocht. De procedure tussen Woonidee en [geïntimeerde 2] is ook niet geschorst. In de procedure tussen Woonidee en [geïntimeerde 2] zal de zaak daarom naar de rol worden verwezen om Woonidee alsnog in de gelegenheid te stellen om de memorie van grieven te nemen (ambtshalve peremptoir).
3.5
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verstaat dat de procedure tussen Woonidee en [geïntimeerde 1] van rechtswege is geschorst;
ontslaat [geïntimeerde 3] van de instantie;
verwijst de zaak tussen Woonidee en [geïntimeerde 2] naar de rol van 27 juni 2017 voor memorie van grieven aan de zijde van Woonidee (ambtshalve peremptoir);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J.P. Lock, P.L.R. Wefers Bettink en A.E.B. ter Heide en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2017.