Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten],
1.[geïntimeerde 1]
[geïntimeerde 1] ,
,
geïntimeerden,
[geïntimeerden] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 5 maart 2015;
- het tussenarrest van 2 juni 2015 waarbij een comparitie na aanbrengen is bevolen;
- het tussenarrest van 4 augustus 2015 waarbij een comparitie ter plaatse is bevolen;
- een akte niet dienen voor het nemen van memorie van antwoord;
“…alsdan op nader aan te voeren gronden te horen eis doen en concluderen, dat het Hof moge behagen het vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland locatie Groningen, afdeling privaatrecht, onder zaaknummer/ rolnummer C/18/147883 / HA ZA 14-122 gewezen op 14 januari 2015 tussen appellant als eiser en geïntimeerden als gedaagden te vernietigen en opnieuw rechtdoende bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de vordering in eerste aanleg van (thans) geïntimeerden te veroordelen tot (terug)betaling van al hetgeen geïntimeerden uit hoofde van (de executie van) voormeld vonnis van appellante heeft ontvangen c.q. zal hebben ontvangen, alsmede geïntimeerden te veroordelen in de kosten van beide instanties.”
"het uw Gerechtshof moge behagen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:A. het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, d.d. 14 januari 2015 met zaaknummer C/18/147883 / HA ZA14-122) te vernietigen;B. een verklaring voor recht af te geven dat de parkeervakken niet op onevenredige wijze het gebruik van de erfdienstbaarheid belemmeren en dat deze parkeervakken teruggeplaatst en gebruikt mogen worden;C. een verklaring voor recht af te geven dat de bloembak niet op onevenredige wijze het gebruik van de erfdienstbaarheid belemmert en dat deze bloembak teruggeplaatst mag worden;D. een verklaring voor recht af te geven dat de zwerfkei en de paal niet op onevenredige wijze het gebruik van de erfdienstbaarheid belemmeren en dat deze zwerfkei en paal teruggeplaatst mogen worden;E. de bij vonnis d.d. 14 januari 2015 met zaaknummer C/18/147883 / HA ZA 14-122 opgelegde dwangsommen op te heffen en te oordelen dat de reeds verbeurde dwangsommen niet betaald behoeven te worden;F. een verklaring voor recht af te geven voor het realiseren van snelheidsbeperkende maatregelen in de zin van een drempel dan wel een slagboom en daarbij tevens voor recht te verklaren dat het aanleggen van een snelheidsbeperkende drempel niet op onevenredige wijze het gebruik van de erfdienstbaarheid belemmert als wordt voldaan aan de richtlijnen van de Stichting Centrum voor regelgeving en onderzoek in de grond-, water- en wegenbouw (de CROW-richtlijn);G. een verklaring voor recht af te geven dat er geen gebruik mag worden gemaakt van de weg met voertuigen, waaronder de botenlift, die niet zijn toegestaan op de openbare weg en tevens niet voldoen aan de keuringen van het RDW. Zulks op straffe van een dwangsom van EUR 500,- voor iedere overtreding, met een maximum van EUR 50.000,--;H. geïntimeerde te veroordelen in de kosten van het geding in eerste aanleg;I. geïntimeerde te veroordelen in de kosten van dit geding."
3.De omvang van het hoger beroep
4.De feiten
5.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
I. een verklaring voor recht dat het aanleggen van een drempel die zich bevindt op het pad waarop het recht van erfdienstbaarheid rust de toegang niet op onevenredige wijze belemmert, mits voldaan wordt aan de richtlijnen van de Stichting Centrum voor regelgeving en onderzoek in de grond-, water-, en wegenbouw (de CROW-richtlijn);
II. een verklaring voor recht dat [geïntimeerden] niet gerechtigd zijn zich met de botenlift op de weg waarop de erfdienstbaarheid rust te begeven en derhalve [geïntimeerden] te gebieden zich te onthouden van het gebruik van deze weg met de botenlift, zulks op straffe van een dwangsom.
- het verwijderen en verwijderd houden van de parkeervakken bij "bocht 1"en "bocht 2" en het aldaar aanbrengen en aangebracht houden van verkeersbord Al (als bedoeld in RVV 1990);
- het verwijderen en verwijderd houden van de bloembak, de grote steen en de paal die zich bevinden op en rondom de weg waarop de erfdienstbaarheid is gevestigd, zodanig dat daarmee de oorspronkelijke wegbreedte van vier tot zes meter wordt hersteld.
6.De beoordeling van de vordering en de grieven
- links van de weg ter hoogte van bocht 1 tegen de bedrijfshal (parkeerplaatsen A);
- links van de weg tegen de bedrijfshal vlak vóór de viersprong (parkeerplaatsen B);
- rechts van de weg tegen de houten loods, vlak vóór de viersprong (parkeerplaatsen C).