Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Geldigheid van de dagvaarding
Bewijsoverwegingen
Feit 1 en 2
telenvan hennep in voornoemde woningen. Dit geldt eveneens voor het feit dat verdachte (een deel van) de oogst heeft ontvangen, hetgeen het hof op grond van de verklaringen van [betrokkene 6] en van [betrokkene 1] bewezen acht. Het hof acht de verklaring van [betrokkene 1] in zoverre betrouwbaar nu zij heeft aangegeven dat verdachte haar heeft verteld dat hij de apparatuur had ingebracht en dat hij daarvoor nog geld tegoed had, hetgeen uit de opbrengst van de kwekerij moest komen. Dit stemt overeen met de verklaring van [betrokkene 6] . Daarnaast heeft verdachte zelf erkend (in algemene zin) dat hij meermalen hennepstekjes heeft verkocht.
Feit 3
Feit 4
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
onder 1bewezen verklaarde levert op:
onder 3
verwerven en voorhanden hebbenvan de van het totaal van € 1.200,- deel uitmakende geldbedragen geen sprake is van gedragingen van verdachte die ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, kan het bewezenverklaarde feit in zoverre niet als witwassen worden gekwalificeerd. Voor zover verdachte dit geld echter heeft uitgegeven - verdachte heeft verklaard dat hij dit geld heeft besteed aan de kosten van levensonderhoud en zijn eigen verslaving aan softdrugs - is er evenwel tevens sprake van het ‘overdragen’ van uit misdrijf verkregen geld. In zoverre kan het feit wél als witwassen worden gekwalificeerd.
onder 3bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Benadeelde partij
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
118 (honderdachttien) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan de ouders van verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: