ECLI:NL:GHARL:2017:4021
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- J. Starreveld
- Rechtspraak.nl
Betrouwbaarheid van roodlichtmeting en administratieve sanctie bij verkeerslichtovertreding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, die op 19 januari 2015 een administratieve sanctie van € 230,- had opgelegd aan de betrokkene wegens het niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht. De overtreding vond plaats op 15 mei 2014 om 23:24 uur op de Orthenseweg te 's-Hertogenbosch. De betrokkene betwist de betrouwbaarheid van de meting, omdat de apparatuur waarmee de overtreding is vastgesteld volgens hem niet goedgekeurd zou zijn voor het meten van roodlichtgedragingen. Hij overlegt een ijkrapport van het NMi, waaruit blijkt dat de flitspaal een radarsnelheidsmeter is en niet als roodlichtmeter is geijkt.
Het hof oordeelt dat de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, tenzij de betrokkene specifieke feiten aanvoert die aan de juistheid van deze verklaring twijfelen. Het hof concludeert dat de foto's, hoewel donker, voldoende bewijs leveren dat het voertuig van de betrokkene zich niet heeft gehouden aan het rode verkeerslicht. De gegevens op de foto's tonen aan dat het verkeerslicht op het moment van de overtreding daadwerkelijk op rood stond.
Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en oordeelt dat de betrokkene niet heeft aangetoond dat de gebruikte meetapparatuur ongeschikt was voor het constateren van roodlichtgedragingen. De stelling dat er geen NMi-verklaring vereist is voor de gebruikte apparatuur wordt door het hof onderschreven, en de beslissing van de kantonrechter wordt dan ook bevestigd.