Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had geoordeeld dat de belanghebbende, een kapitein die in 2012 in Angola werkte, recht had op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. De Inspecteur was het hier niet mee eens en stelde dat er geen sprake was van een aaneengesloten arbeidsperiode van drie maanden, wat een voorwaarde is voor de aftrek. De belanghebbende had in 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd gekregen, die hij aanvechtte. De rechtbank had de aanslag verminderd en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten. Tijdens de zitting in hoger beroep werd de vraag besproken of de belanghebbende recht had op de aftrek, waarbij de Inspecteur stelde dat de verlofdagen niet konden worden meegerekend voor de aaneengeschakelde periode van arbeid. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de verlofdagen evenredig waren aan de gewerkte dagen in Angola. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor de aftrek en verklaarde het hoger beroep ongegrond.