ECLI:NL:GHARL:2017:3682

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 mei 2017
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
21-004009-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van seksueel misbruik van een tienjarig meisje en bezit van kinderporno met veroordeling tot gevangenisstraf en TBS

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van seksueel misbruik van een tienjarig meisje, waarbij beelden zijn opgenomen en verspreid, en van het bezit van kinderporno. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf met TBS met bevel tot verpleging van overheidswege. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, maar heeft later geprobeerd dit in te trekken. Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep niet ingetrokken kon worden omdat de behandeling al was begonnen. Tijdens de zittingen zijn er verschillende gedragskundige onderzoeken uitgevoerd, waarbij de verdachte niet altijd meewerkte. Het hof heeft uiteindelijk de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd, maar heeft de verdachte opnieuw veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf en TBS met verpleging. Het hof heeft overwogen dat de verdachte ernstige misdrijven heeft gepleegd die een groot gevaar vormen voor de lichamelijke integriteit van anderen, en dat er een hoog recidivegevaar bestaat. De verdachte heeft geen inzicht getoond in zijn daden en heeft geen spijt betuigd, wat de beslissing van het hof heeft beïnvloed.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004009-15
Uitspraak d.d.: 3 mei 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 30 juni 2015 met parketnummer 08-960025-14 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954,
thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, gevangenis Esserheem te Veenhuizen.
Het verloop van de zaak in hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. Op aanvankelijk verzoek van de verdediging tijdens de regiezitting op 8 oktober 2015 is nader gedragskundig onderzoek ingesteld. Door het gerechtshof zijn aan deze gedragskundigen ook nadere vragen gesteld. Op verzoek van de verdediging is een stuk met betrekking tot de buddylist aan het dossier toegevoegd.
Verdachte heeft nadien zijn hoger beroep bij akte d.d. 9 januari 2017 willen intrekken. De advocaten-generaal hebben ter zitting van het hof d.d. 2 februari 2017 verklaard geen belang meer te hebben bij de voortzetting van het hoger beroep.
Ter zitting van 2 februari 2017 heeft het hof vastgesteld dat verdachte zelf om aanvullend onderzoek heeft verzocht en dat het hof ook aanvullende vragen heeft geformuleerd voor het Pieter Baan Centrum. Het hof achtte nader onderzoek en advies noodzakelijk en had dat nog niet gekregen. Dat was onbevredigend, ook omdat volgens verdachte sprake was van een misverstand op het moment dat hij feitelijk niet heeft meegewerkt aan dat nadere gedragskundige onderzoek. Het hof heeft overwogen dat de eerder aan het PBC gestelde vragen opnieuw gesteld en besproken moesten worden met verdachte, ook gelet op het feit dat verdachte wenste mee te werken aan nader onderzoek. De eerdere opdracht van het hof aan het PBC is vervolgens opnieuw gegeven.
Ter zitting van 31 maart 2017 is de zaak verder inhoudelijk behandeld.
Op grond van artikel 453 van het Wetboek van Strafvordering is het niet mogelijk het hoger beroep in te trekken nadat er een aanvang van de behandeling van het beroep is gemaakt. Nu het inhoudelijke onderzoek bij het hof is aangevangen op 8 oktober 2015 kon het hoger beroep derhalve niet meer worden ingetrokken en is het hof tot verdere behandeling van de zaak overgegaan.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 oktober 2015, 2 februari 2017, 31 maart 2017 en 3 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaten-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het onder 1 primair, 2, 3 en 7 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De advocaten-generaal hebben tevens gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege wordt opgelegd. Daarbij is gevorderd dat het hof vaststelt dat de maatregel wordt opgelegd voor misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Tot slot hebben de advocaten-generaal gevorderd dat het hof de beslissing van de rechtbank ten aanzien van het beslag overneemt, met uitzondering van de voorwerpen 12, 15 en 18 van de beslaglijst. Deze goederen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. U. Yildirim, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2, 3 en 7 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Tevens heeft de rechtbank beslist op de vordering van de benadeelde partij en heeft de rechtbank een beslissing genomen ten aanzien van het beslag.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het hof op onderdelen tot een andere bewezenverklaring komt en aan verdachte deels andere sancties oplegt dan de rechtbank. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:

1.primair:(misbruik Slachtoffer 1, [plaats 1] 2012)

hij op of omstreeks 29 september 2012, althans in of omstreeks de periode van 28 september 2012 tot en met 1 oktober 2012, te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met Slachtoffer 1 (geboren op [geboortedatum] ), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van Slachtoffer 1,
immers
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar (telkens)
- Slachtoffer 1 (gedeeltelijk) uitgekleed en/of
- een tong in de mond van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) (met) Slachtoffer 1 getongzoend en/of
- de borst(en) en/of bil(len) en/of een of meet (ander(e)) deel/delen van het lichaam van Slachtoffer 1 aangeraakt en/of gestreeld en/of gelikt en/of gezoend en/of
- de benen van Slachtoffer 1 uit elkaar getrokken en/of (vervolgens) de schaamlippen van Slachtoffer 1 uit elkaar gehouden en/of
- Slachtoffer 1 tussen de schaamlippen gelikt en/of
- de anus van Slachtoffer 1 gelikt en/of
- een of meer vinger(s) en/of een duim tussen de schaamlippen van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) gehouden en/of (vervolgens) heen en weet bewogen en/of
- een penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) gehouden en/of vervolgens met een/die penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gewreven en/of
- een penis tegen de vagina van Slachtoffer 1 gehouden en/of (vervolgens) met een/die penis over/tegen de vagina van Slachtoffer 1 gewreven en/of
- een vinger tegen en/of in de anus van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) gehouden en/of (vervolgens) heen en weer bewogen en/of
- een hand van Slachtoffer 1 om een penis gebracht en/of
- met een penis een borst en/of een schouder en/of een tepel en/of de mond van Slachtoffer 1 aangeraakt en/of
is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) op het lichaam van Slachtoffer 1 klaargekomen;

1.subsidiair:hij op of omstreeks 29 september 2012, althans in of omstreeks de periode van 28 september 2012 tot en met 1 oktober 2012, te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met Slachtoffer 1 (geboren op [geboortedatum] ), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar (telkens)
- Slachtoffer 1 (gedeeltelijk) uitgekleed en/of
- een tong in de mond van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) (met) Slachtoffer 1 getongzoend en/of
- de botst(en) en/of bil(len) en/of een of meer (ander(e)) deel/delen van het lichaam van Slachtoffer 1 aangeraakt en/of gestreeld en/of gelikt en/of gezoend en/of
- de benen van Slachtoffer 1 uit elkaar getrokken en/of (vervolgens) de schaamlippen van Slachtoffer 1 uit elkaar gehouden en/of
- Slachtoffer 1 tussen de schaamlippen getikt en/of
- de anus van Slachtoffer 1 getikt en/of
- een of meer vinger(s) en/of een duim tussen de schaamlippen van Slachtoffer 1 gebracht en/of gehouden en/of heen en weet bewogen en/of
- een penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) gehouden en/of vervolgens met een/die penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gewreven en/of
- een penis tegen de vagina van Slachtoffer 1 gehouden en/of (vervolgens)met een/die penis over/tegen de vagina van Slachtoffer 1 gewreven en/of
- een vinger tegen en/of in de anus van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) gehouden en/of (vervolgens) heen en weer bewogen en/of
- een hand van Slachtoffer 1 om een penis gebracht en/of
- met een penis een borst en/of een schouder en/of een tepel en/of de mond van Slachtoffer 1 aangeraakt
en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) op het lichaam van Slachtoffer 1 klaargekomen;
2:
(verleiding Slachtoffer 1, 2012)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 1 oktober 2012 te [plaats 2] (gemeente [gemeente 1] ) en/of [plaats 1] en/of [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ) en/of [plaats 4] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een persoon, te weten Slachtoffer 1 (geboren op [geboortedatum] ), waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
(telkens) door giften of beloften van geld of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door toen en daar
- met Slachtoffer 1 naar een vakantiehuisje te gaan en/of (vervolgens) (aldaar) naar een slaapkamer te gaan en/of
- gezamenlijk (aldaar) (geruime/enige tijd) in die slaapkamer te verblijven, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (steeds) fysiek groter en/of sterker was/waren dan Slachtoffer 1 en/of
- aan Slachtoffer 1 geld en/of een cadeau en/of taart te beloven en/of toe te zeggen en/of te geven,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of zodanige handelingen van verdachte en/of zijn mededader(s) te dulden,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar (telkens)
- Slachtoffer 1 (gedeeltelijk) uitgekleed en/of
- een tong in de mond van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) (met) Slachtoffer 1 getongzoend en/of
- de borst(en) en/of billen) en/of een of meer (ander(e)) deel/delen van het lichaam van Slachtoffer 1 aangeraakt en/of gestreeld en/of gelikt en/of gezoend en/of
- de benen van Slachtoffer 1 uit elkaar getrokken en/of (vervolgens) de schaamlippen van Slachtoffer 1 uit elkaar gehouden en/of
- Slachtoffer 1 tussen de schaamlippen gelikt en/of
- de anus van Slachtoffer 1 gelikt en/of
- een of meer vinger(s) en/of een duim tussen de schaamlippen van Slachtoffer 1 gebracht en/of gehouden en/of heen en weer bewogen en/of
- een penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) gehouden en/of vervolgens met een/die penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gewreven en/of
- een penis tegen de vagina van Slachtoffer 1 gehouden en/of (vervolgens)met een/die penis over/tegen de vagina van Slachtoffer 1 gewreven en/of
- een vinger tegen en/of in de anus van Slachtoffer 1 gebracht en/of (vervolgens) gehouden en/of (vervolgens) heen en weer bewogen en/of
- een hand van Slachtoffer 1 om een penis gebracht en/of
- met een penis een borst en/of een schouder en/of een tepel en/of de mond van Slachtoffer 1 aangeraakt
en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) op het lichaam van Slachtoffer 1 klaargekomen;
3:
(kinderporno Slachtoffer 1)
(Zaaksdossier Seksueel Misbruik, p. 1824 t/m 1830)
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 3 april 2014 te [plaats 2] (gemeente [gemeente 1] ) en/of [plaats 1] en/of [plaats 5] en/of [plaats 6] en/of [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ) en/of [plaats 4] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeelding(en)
te weten (een of meer) foto('s) en/of film(s), heeft vervaardigd en/of verworven en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad,
en/of
een gegevensdrager bevattende die afbeeldingen, te weten een harde schijf van een PC (beslagcode A.01.01.01), in bezit heeft gehad
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten Slachtoffer 1 (geboren op [geboortedatum] ), was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van Slachtoffer 1, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door Slachtoffer 1, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van Slachtoffer 1, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door Slachtoffer 1, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van Slachtoffer 1, althans (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij Slachtoffer 1, althans deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij Slachtoffer 1, althans deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van Slachtoffer 1, althans een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast/tegen het gezicht/lichaam van Slachtoffer 1, althans een perso(o)n(en.) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
4:
(kinderporno Slachtoffer 2)
(Aanvulling dossier, p. 2049 t/m 2054)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 3 april 2014 te [plaats 2] (gemeente [gemeente 1] ) en/of [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ) en/of [plaats 4] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
twee, althans een, afbeelding(en), te weten twee, althans een, foto('s), heeft vervaardigd en/of verspreid en/of aangeboden en/of verworven en/of in bezit heeft gehad
en/of
een gegevensdrager bevattende die afbeeldingen, te weten een harde schijf van een PC (beslagcode A.01.01.01), in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten Slachtoffer 2 (geboren op [geboortedatum] ), was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van Slachtoffer 2, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij Slachtoffer 2, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, poseert in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij zijn leeftijd past
en/of
(waarbij) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
5:
(kinderporno Slachtoffer 3)
(Zaaksdossier Kinderporno, p. 1601, 4e t/m 6e alinea en Zaaksdossier Seksueel Misbruik, p. 1821-1822)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 3 april 2014, althans in of omstreeks de periode van 1 juli 2012 tot en met 3 april 2014, te [plaats 2] (gemeente [gemeente 1] en/of [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ) en/of [plaats 4] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een afbeelding, te weten een film, heeft vervaardigd en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad
en/of
een gegevensdrager bevattende die afbeelding, te weten een harde schijf van een PC (beslagcode A.01.01.01), in bezit heeft gehad
terwijl op die afbeelding (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten slachtoffer 3 (geboren op [geboortedatum] ), was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
het zich met de penis oraal laten penetreren door Slachtoffer 3, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, en/of
het met een hand en/of de mond betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van Slachtoffer 3, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt,
(000. mts)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
6:
(kinderporno, p. 1601, "Vervaardigen KP tijdens het plegen van seksuele handelingen met Dennis" en Aanvulling dossier, p. 2063 t/m 2067)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 april 2014 te [plaats 7] en/of [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ) en/of [plaats 4] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeelding(en), te weten twee, althans een, video's/film(s), heeft vervaardigd en/of verworven en/of aangeboden en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad
en/of
een gegevensdrager bevattende die afbeeldingen, te weten een harde schijf van een PC (beslagcode A.01.01.01), in bezit heeft gehad
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten Slachtoffer 4 (geboren op [geboortedatum] ), was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van Slachtoffer 4, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door Slachtoffer 4, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, ( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
7:
(kinderporno algemeen, niet zijnde kinderporno, omschreven onder feit 3 t/m 6)
(Zaaksdossier Kinderporno, p. 1603 t/m 1632)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 april 2014 te [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ) en/of [plaats 4] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen, te weten foto's en/of video's/films heeft verspreid en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of openlijk heeft tentoongesteld en/of in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
en/of
een gegevensdrager bevattende die afbeeldingen, te weten een harde schijf van een PC (beslagcode A.01.01.01) en/of een USB-stick (beslagcode B.01.01.01.001), in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
en/of
het door een dier oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een dier likken en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
( [bestandsnaam] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of barsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam] )
( [bestandsnaam] )
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft – overeenkomstig het standpunt van de advocaten-generaal en de verdediging – uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewijs
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft geen verweer gevoerd tegen bewezenverklaring van het eerste feit. Vanwege de in de visie van de verdediging beperkte rol van verdachte dient er voor feit twee vrijspraak te volgen. Alle afspraken zijn buiten verdachte om gemaakt. Er is van alles aan slachtoffer 1 beloofd, maar niet door verdachte. De raadsman van verdachte heeft ter zitting in eerste aanleg en ter zitting van het hof in dat verband aangevoerd dat verdachte ontkent dat hij tijdens chatsessies (onder meer) over seks met een minderjarige gebruik heeft gemaakt van de nickname ' [naam 1] ', In hoger beroep heeft de raadsman aan dit verweer toegevoegd dat het niet uit te sluiten is dat medeverdachte [medeverdachte] zich heeft voorgedaan als ' [naam 1] '. De verdediging voert geen verweer met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde vervaardigen van kinderporno. Voor wat betreft het bezit van kinderporno zoals ten laste gelegd onder 7 refereert de verdediging zich aan het oordeel van het hof.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt hiertoe in het bijzonder met betrekking tot de rol van verdachte bij het onder 2 ten laste gelegde feit en het verweer ten aanzien van de chatsessies als volgt.
De rechtbank heeft ten aanzien van het verweer overwogen:
'(...) Van belang is in dit verband dat verdachte ontkent onder de naam ' [naam 1] ' chatgesprekken met medeverdachten te hebben gevoerd. De rechtbank stelt daarbij vast dat verdachte desgevraagd ter terechtzitting niet kon of wilde vertellen welke persoon wèl achter de nickname ' [naam 1] ' schuilgaat, terwijl er voor hem, gelet op de hierna te melden omstandigheden, alle aanleiding bestond enige uitleg te geven waarom hij ' [naam 1] ' niet zou zijn en niet slechts te volstaan met de botte ontkennen dat hij ' [naam 1] ' is. Het dossier bevat weergaven van verscheidende chatgesprekken, waaraan onder andere een persoon deelneemt onder de nickname ' [naam 1] '. De rechtbank constateert op basis van deze chatgesprekken het navolgende omtrent de identiteit van deze ' [naam 1] ':
  • een van de medeverdachten heeft verklaard dat ' [naam 1] ' de nickname van verdachte is;
  • ' [naam 1] ' kan via een LOG bestand worden gelinkt aan een 'Torchat ID', waaraan eveneens een persoon genaamd ' [naam 2] ' kan worden gelinkt. De roepnaam van verdachte is [naam 2] en hij heeft verklaard onder die naam gebruik te maken van Torchat. Bovendien wordt deze 'Torchat ID' gekoppeld in de zogenoemde buddylijst aan myself op de USB-stick van verdachte;
  • ' [naam 1] ' benoemt in de weergegeven chatgesprekken zaken uit zijn privéleven die exact overeenkomen met die van verdachte, te weten het gegeven dat hij shag rookt, de datum van zijn eigen verjaardag en de verjaardag van zijn zoon en de school waar hij werkzaam is;
  • ' [naam 1] ' kent blijkens de chatgesprekken beide medeverdachten en beschikt over informatie met betrekking tot Slachtoffer 1 en de planning van het onder 1 ten laste gelegde in vakantiehuisje [park] , waarbij uitsluitend verdachte, beide medeverdachten en Slachtoffer 1 betrokken zijn geweest.
Uit voornoemde feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat de nickname ' [naam 1] ' werd gebruikt door verdachte en dat de zich in het dossier bevindende chatgesprekken onder de naam ' [naam 1] ' door verdachte zijn gevoerd.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de vraag of sprake is geweest van verleiding als volgt. Uit het hiervoor reeds aangehaalde chatgesprek dat is gevoerd tussen verdachte (als ‘ [naam 1] ’) en een van de medeverdachten leidt de rechtbank af dat verdachte actief participeerde in het voornemen om Slachtoffer 1 naar een huisje te brengen om daar seks met haar te hebben. Verdachte schrijft, in de context van een gesprek over seksuele handelingen die met Slachtoffer 1 zouden kunnen worden uitgevoerd, onder meer: "We geven haar een speelgoedolifant en ze is klaargestoomd voor meer" en "Voor cadeautjes doen kinderen veel hoor." De rechtbank stelt op basis van deze uitingen vast dat verdachte reeds voorafgaand aan de gebeurtenissen in vakantiehuisje [park] aan een medeverdachte heeft geschreven dat Slachtoffer 1 middels beloningen kon worden bewogen tot het verrichten, dan wel ondergaan van seksuele handelingen. Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat er kort voorafgaand aan het seksueel misbruik gezamenlijk taart is gegeten om Slachtoffer 1 op haar gemak te stellen, waarbij ook verdachte aanwezig is geweest. Voorts is Slachtoffer 1 vooraf door een medeverdachte verteld dat zij er geld voor zou krijgen. Verdachte heeft bovendien ter terechtzitting van 16 juni 2015 bekend dat hij, net als de andere verdachten, een geldbedrag aan slachtoffer 1 heeft gegeven.
De rechtbank acht op basis van voornoemde feiten en omstandigheden bewezen dat verdachte zich in bewuste en nauwe samenwerking met zijn medeverdachten heeft schuldig gemaakt aan de opzettelijke verleiding van Slachtoffer 1, zoals onder 2 ten laste is gelegd.’
Het hof kan zich vinden in bovenstaande redenering van de rechtbank en neemt deze over.
Daar komt nog bij dat er tijdens de procedure in hoger beroep - op verzoek van de verdediging - nog een aanvullend proces-verbaal aan het dossier is toegevoegd ter zake de buddylist die is aangetroffen op de computer van een medeverdachte. Uit dat proces-verbaal blijkt dat de 'Torchat ID' van verdachte in deze buddylist is opgenomen onder de naam ' [naam 1] '.
Het hof stelt vervolgens vast dat de raadsman zijn verweer dat niet uitgesloten kan worden dat “ [naam 1] ” medeverdachte [medeverdachte] betreft, anders dan die stelling niet verder concreet heeft onderbouwd terwijl naast het bovenstaande ook uit de inhoud van voornoemde chatgesprekken duidelijk volgt dat medeverdachte [medeverdachte] geen deelnemer was, nu er immers in die gesprekken over die [medeverdachte] in de derde persoon wordt gesproken.
Dit alles leidt ertoe dat het verweer van de raadsman door het hof als onaannemelijk wordt verworpen.
Het hof concludeert, alles afwegende en in lijn met de rechtbank, dat de nickname ' [naam 1] ' werd gebruikt door verdachte en dat de zich in het dossier bevindende chatgesprekken onder de naam ' [naam 1] ' door verdachte zijn gevoerd.'
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.primair:hij op 29 september 2012 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, telkens met Slachtoffer 1, geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van Slachtoffer 1,

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) toen en daar
- Slachtoffer 1 uitgekleed en
- een tong in de mond van Slachtoffer 1 gebracht en met Slachtoffer 1 getongzoend en
- de borsten en billen en andere delen van het lichaam van Slachtoffer 1 aangeraakt en/of gestreeld en/of gelikt en/of gezoend en
- de benen van Slachtoffer 1 uit elkaar getrokken en de schaamlippen van Slachtoffer 1 uit elkaar gehouden en
- Slachtoffer 1 tussen de schaamlippen gelikt en
- de anus van Slachtoffer 1 gelikt en
- een of meer vinger(s) en/of een duim tussen de schaamlippen van Slachtoffer 1 gebracht en/of gehouden en heen en weer bewogen en
- een penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gebracht en gehouden en met die penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gewreven en
- een penis tegen de vagina van Slachtoffer 1 gehouden en met die penis over/tegen de vagina van Slachtoffer 1 gewreven en
- een vinger in de anus van Slachtoffer 1 gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
- een hand van Slachtoffer 1 om een penis gebracht en
- met een penis een borst en een schouder en een tepel en de mond van Slachtoffer 1 aangeraakt en
- op het lichaam van Slachtoffer 1 klaargekomen;
2:
hij de periode van 1 januari 2012 tot en met 1 oktober 2012 te [plaats 2] (gemeente [gemeente 1] ) en [plaats 1] en [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ), tezamen en in vereniging met anderen, een persoon, te weten Slachtoffer 1, geboren op [geboortedatum] , waarvan verdachte en zijn mededaders wisten dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door giften of beloften van geld of goed en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door toen en daar
- met Slachtoffer 1 naar een vakantiehuisje te gaan en aldaar naar een slaapkamer te gaan en
- gezamenlijk aldaar in die slaapkamer te verblijven, terwijl verdachte en zijn mededaders fysiek groter en sterker waren dan Slachtoffer 1 en
- aan Slachtoffer 1 geld en een cadeau en/of taart te beloven en toe te zeggen en/of te geven,
telkens opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of zodanige handelingen van verdachte en/of zijn mededaders te dulden, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders toen en daar
- Slachtoffer 1 uitgekleed en
- een tong in de mond van Slachtoffer 1 gebracht en met Slachtoffer 1 getongzoend en
- de borsten en billen en andere delen van het lichaam van Slachtoffer 1 aangeraakt en/of gestreeld en/of gelikt en/of gezoend en
- de benen van Slachtoffer 1 uit elkaar getrokken en de schaamlippen van Slachtoffer 1 uit elkaar gehouden en
- Slachtoffer 1 tussen de schaamlippen gelikt en
- de anus van Slachtoffer 1 gelikt en
- een of meer vinger(s) en/of een duim tussen de schaamlippen van Slachtoffer 1 gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
- een penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gebracht en gehouden en met die penis tussen de billen van Slachtoffer 1 gewreven en
- een penis tegen de vagina van Slachtoffer 1 gehouden en met die penis over/tegen de vagina van Slachtoffer 1 gewreven en
- een vinger in de anus van Slachtoffer 1 gebracht en gehouden en heen en weer bewogen en
- een hand van Slachtoffer 1 om een penis gebracht en
- met een penis een borst en een schouder en een tepel en de mond van Slachtoffer 1 aangeraakt en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededaders op het lichaam van Slachtoffer 1 klaargekomen;
3:
hij op 29 september 2012 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, afbeeldingen te weten foto's en films, heeft vervaardigd terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten Slachtoffer 1, geboren op [geboortedatum] , was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en vaginaal en anaal penetreren met de penis en/of een vinger en/of de tong van het lichaam van Slachtoffer 1,
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen en de billen en de borsten van Slachtoffer 1, met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong) en het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door Slachtoffer 1, met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong
en
het naakt laten poseren van Slachtoffer 1, waarbij Slachtoffer 1 poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarbij Slachtoffer 1, zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en waarna door het camerastandpunt nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en borsten en billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven en ejaculeren op het lichaam van Slachtoffer 1 en
het houden van een stijve penis bij/naast/tegen het gezicht/lichaam van Slachtoffer 1, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling;
7:
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 april 2014 te [plaats 3] (gemeente [gemeente 2] ) afbeeldingen, te weten foto's en een film in bezit heeft gehad
en
een gegevensdrager bevattende die afbeeldingen, te weten een USB-stick, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal of anaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het naakt (laten) poseren van persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon poseert in (een) erotisch getinte houding(en), op een wijze die niet bij haar leeftijd past, waarna door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel in beeld gebracht wordt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en het houden van een stijve penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
door giften of beloften van geld of goed en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen te dulden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het onder 7 bewezen verklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Strafbaarheid van de verdachte
In het dossier bevindt zich het rapport van het Pieter Baan Centrum (PBC), d.d. 20 mei 2015. Dit rapport is gedagtekend en ondertekend minder dan een jaar voor de aanvang van de zitting van het hof op 8 oktober 2015. Volgens dat rapport lijdt verdachte aan een ziekelijke stoornis in de vorm van parafilie (niet anderszins omschreven) en aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken.
De rapporteurs merken op dat het onderzoek dat tot hun oordeel heeft geleid in die zin beperkt is geweest, dat enkele feiten ten tijde van het onderzoek in het PBC niet als vaststaand konden worden aangenomen, mede gelet op de opstelling van verdachte. Met de informatie die de onderzoekers ter beschikking stond konden zij de diagnose 'pedofilie in engere zin' niet stellen. Verdachte heeft ontkend ' [naam 1] ' te zijn. De volgens onderzoekers pervers sadistisch gekleurde informatie en het verdere gedachtengoed dat uit dat chatcontact op naam van [naam 1] blijkt en duidelijk intentioneel pedoseksueel is, kon men niet onderzoeken en toetsen bij verdachte omdat hij ontkende ' [naam 1] ' te zijn. Daar voegen rapporteurs aan toe dat indien de chatcommunicatie herleid zou worden tot verdachte, dus dat hij ' [naam 1] ' is, een substantieel grotere doorwerking van een primair pedoseksuele gerichtheid verondersteld kunnen worden. De aard en ernst van zijn deviantie zouden dan veel ingrijpender zijn.
Omdat ten aanzien van de vastgestelde parafilie niet onderbouwd kan worden dat deze een dwingend, de wilskracht beperkend, karakter heeft, kan verdachte naar het oordeel van de onderzoekers volledig verantwoordelijk worden gehouden voor zijn handelen met betrekking tot de bewezenverklaarde feiten.
Op de terechtzittingen van het hof op 8 oktober 2015 en 2 februari 2017 heeft het hof onder meer bevolen dat het PBC nadere rapportage zou opmaken waarin het PBC ook uit zou gaan van het scenario dat verdachte ' [naam 1] ' is. Verdachte heeft tijdens beide zittingen verklaard dat hij aan dat onderzoek zou meewerken. Uit de aanvullende rapportages van de aan het PBC verbonden deskundigen, psycholoog P.E. Geurkink en psychiater F.R. Kruisdijk van 1 september 2016 en van 22 maart 2017 blijkt het tegendeel: verdachte wenste niet aan dat aanvullend onderzoek mee te werken.
Het aanvullende rapport van het PBC d.d. 1 september 2016 merkt ten aanzien van de vastgestelde stoornis nog op:
'(…) Indien betrokkene als [naam 1] moet worden beschouwd en de ten laste gelegde feiten bewezen worden geacht kunnen wij zonder nader onderzoek van betrokkene niet verder redeneren dan dat er mogelijk een langdurig pedoseksueel gerichte stoornis op jonge kinderen aan de orde is. (...) Indien betrokkene zou hebben meegewerkt zou geprobeerd zijn te onderzoeken of betrokkenes geuite lustvolle belevingen van kinderen alleen op fantasie zouden zijn gestoeld, of dat er tevens via dit grooming gedrag daadwerkelijk 'hands-on' contacten werden voorbereid of in het verleden ook hebben plaatsgevonden met bijvoorbeeld zijn eigen kinderen. Overigens, ook indien het voornamelijk fantasieën betreft, vormt dit een klinische aanwijzing voor ernstig seksuele deviantie. (...)Het geheel overziend – in de situatie dat betrokkene dezelfde persoon zou zijn als [naam 1] tijdens de chatcontacten – is er toch sprake van meer seksuele preoccupatie gericht op kinderen (…) In het geval dat betrokkene [naam 1] is, zijn er sterke aanwijzingen dat er bij betrokkene sprake is van een pedofiele stoornis (niet exclusieve type). (…) Verder is er in de 'chats van [naam 1] ' een narcistische component zichtbaar die aansluit bij de eerder vastgestelde persoonlijkheidsstoornis. (...) De narcistische component behelst onder andere het zich laten voorstaan op zijn kennis van hoe kinderen het best misbruikt kunnen worden en komt ook tot uiting in de volstrekt ontbrekende empathie (kinderen zijn louter een gebruiksobject voor de eigen behoeftebevrediging) die uit de chatgesprekken spreekt.'
Het PBC heeft verdachte dus niet daadwerkelijk verder kunnen onderzoeken en over hem kunnen rapporteren vanuit het scenario dat verdachte ' [naam 1] ' is omdat verdachte weigerde aan dat nadere onderzoek deel te nemen. De deskundigen hebben wel beschreven hetgeen geconcludeerd zou kunnen worden uitgaande van de chatcommunicatie door verdachte als ' [naam 1] '.
Anders dan de onderzoekers van het PBC heeft het hof echter wél vastgesteld dat verdachte ' [naam 1] ' is. Het hof acht gezien de inhoud van het rapport van het PBC van 22 mei 2015 en de aanvullende rapportage van 1 september 2016, in het bijzonder hetgeen de deskundige concluderen voor de situatie dat wel sprake zou zijn van dat verdachte de persoon van ' [naam 1] ' betreft, dan ook aannemelijk geworden dat verdachtes parafilie ernstiger van aard is dan het PBC, gegeven de wijze waarop verdachte zich jegens de onderzoekers van het PBC heeft opgesteld, zelf heeft kunnen vaststellen. Uit de inhoud van het dossier en hetgeen de deskundigen concluderen is aannemelijk geworden dat de parafilie en de persoonlijkheidsstoornis bij verdachte aanwezig waren ten tijde van de bewezenverklaarde feiten. Het hof acht daarmee bijgevolg aannemelijk dat die door het hof uit de rapportage als aannemelijk geworden ernstiger ziekelijke stoornis en de gebrekkige ontwikkeling voor verdachte in zijn handelen een grotere rol spelen en in die mate een dwingend karakter hebben gehad dat het hof hem die feiten in verminderde mate toerekent.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Oplegging straf
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het verleiden en vervolgens seksueel misbruiken van slachtoffer 1, dat ten tijde van het misbruik net 10 jaar oud was geworden. Het misbruik vond plaats in een voor het slachtoffer onbekende omgeving en met - onder meer - twee volwassen mannen die zij niet kende. Van dit misbruik zijn door verdachte en medeverdachten kinder-pornografische afbeeldingen vervaardigd. Verdachte heeft aldus door de bewezenverklaarde feiten op grove wijze ernstig misbruik gemaakt op de lichamelijk integriteit van het nog zeer jonge slachtoffer. Hij heeft haar seksuele handelingen doen ondergaan waar zij, gezien haar leeftijd en ontwikkeling nog lang niet aan toe was. Het is daarnaast algemeen bekend dat seksueel misbruik nog langdurig nadelige psychische gevolgen kan hebben voor slachtoffers. In het geval van slachtoffer 1 blijken die gevolgen uit de schriftelijke slachtofferverklaring van haar ouders die de voorzitter ter terechtzitting van het hof op 31 maart 2017 heeft voorgelezen. Verdachte heeft die zeer ernstige gevolgen kennelijk voor lief genomen en gehandeld met uitsluitend het doel zijn eigen lustgevoelens te bevredigen. De verklaring van verdachte dat hij bepaalde handelingen heeft verricht om verdergaand misbruik te voorkomen, acht het hof volstrekt ongeloofwaardig en ook verontrustend.
Naar het oordeel van het hof toont deze houding van verdachte aan dat hij geen enkel inzicht heeft in het strafwaardige van zijn handelen en de nadelige gevolgen die zijn handelen voor het slachtoffer heeft gehad. Daarbij komt dat verdachte door te ontkennen dat hij onder de naam ' [naam 1] ' heeft deelgenomen aan zeer vergaand en kwalijk chatverkeer met zijn medeverdachte, niet bereid lijkt te zijn de problematiek werkelijk te willen bespreken.
Verdachte heeft daarnaast kinder-pornografische afbeeldingen vervaardigd en in zijn bezit gehad. De onder feit 7 bewezenverklaarde foto's die verdachte in zijn bezit had, waren van kinderen van één tot maximaal vijf jaar jong. Het voorhanden en hebben en vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen dragen bij aan het in stand houden van de markt voor dergelijk materiaal.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en vanuit het oogpunt van vergelding is in beginsel een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk.
Het hof acht de straf zoals opgelegd door de rechtbank en geëist door de advocaat-generaal passend en geboden, ook al rekent het hof de verdachte de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate toe.
Het hof zal verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Oplegging maatregel
Ter zitting van het hof hebben de advocaten-generaal tevens gevorderd aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen.
Voor de beantwoording van de vraag of er naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf de maatregel van TBS met bevel tot verpleging van overheidswege moet worden opgelegd heeft het hof acht geslagen op de verschillende, omtrent de persoon van verdachte opgemaakte, rapportages, waaronder het al genoemde rapport van het PBC d.d. 22 mei 2015 en de aanvullende rapporten van het PBC, d.d. 1 september 2016 en 22 maart 2017 opgemaakt door Geurkink en Kruisdijk.
Het hof heeft tevens gelet op het reclasseringsadvies d.d. 12 mei 2016.
Het hof is - anders dan de raadsman - van oordeel dat het rapport van het PBC d.d. 20 mei 2015 door het hof gebruikt kan worden, ook al ligt er geen dubbelrapportage waarin de deskundigen de rechter adviseren om de maatregel TBS op te leggen.
Aan een verdachte kan de maatregel van TBS worden opgelegd, indien tijdens het begaan van het feit gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, het een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist.
Bij de overwegingen over verdachtes strafbaarheid heeft het hof het PBC-rapport van 22 mei 2015 besproken. Uit dat rapport volgt dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis in de vorm van parafilie (niet anderszins omschreven) en aan een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Die ziekelijke stoornis en persoonlijkheidsstoornis bestonden tijdens het plegen van de bewezenverklaarde feiten.
De bewezenverklaarde feiten betreffen alle waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld.
De volgende vraag die het hof dient te beantwoorden is of de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van TBS eist.
Ten aanzien van het recidivegevaar overweegt psycholoog Geurkink in het PBC-rapport van 20 mei 2015:
‘Betrokkene is blijkens tests chronisch onaangepast, manipulatief en gericht op eigen gewin. (...) Er is sprake van een toenemend structureel disfunctioneren op maatschappelijk en sociaal gebied. Het geweten van verdachte is in aanleg goed ontwikkeld en hij heeft een goed besef van goed en kwaad, maar dit besef heeft vaak onvoldoende greep op zijn handelen en hij kan voor zichzelf ook redenen bedenken om niet naar zijn geweten te luisteren of dingen te verdraaien en te rechtvaardigen. (...) Feit is dat betrokkene kennelijk in staat is een meisje seksueel te misbruiken en hiervoor ook rechtvaardiging weet te vinden, wat pathologisch aandoet, zeker gezien de massale cognitieve vervorming. (…)
Als we kijken naar de gegevens dan is betrokkene berekenend en manipulatief, maar ook opportunistisch, wat een gevaarlijke combinatie is. Hij lijkt zich op meerdere fronten bezig te houden met misbruik van kinderen, waarbij met name de ernst van de cognitieve vervormingen zorgelijk is. De kans op recidive wordt hiermee klinisch als hoog ingeschat en al op de korte termijn.’
Door psychiater Kruisdijk worden in het PBC rapport d.d. 20 mei 2015 onder meer nog het volgende opgemerkt:
‘De levensloop van betrokkene maakt behalve op gebied van werk, ook op relationeel, sociaal familiair en op financieel gebied een verbrokkelde indruk. Er zijn tekenen van disadaptief functioneren dat al langere tijd bestaat en dat kenmerkend is voor een persoonlijkheidsstoornis. (…) Uit het door betrokkene erkende misbruik van een minderjarige in vereniging in de huidige strafzaak indien bewezen, blijkt dat betrokkenen op seksueel gebied grenzen van kinderen kan overschrijden. Hij legt de verantwoordelijkheid voor een groot deel buiten zichzelf. (…)’
In de gezamenlijke conclusie uit voornoemde PBC rapportage wordt met het oog op een inschatting van recidive risico nog het volgende opgetekend:
‘Betrokkene heeft een gemiddelde intelligentie welke in principe beschermend kan zijn. (...) Mogelijk echter kan slimheid ook de andere kant uitwerken, waarbij betrokkene door manipulatie slachtoffers kan maken. (...) Betrokkene blijkt over een in aanleg redelijke zelfcontrole te beschikken, echter kan wel toegeven aan gokken, drank en mogelijk langdurig internetten en chatten en pornosites bezoeken.’
Ook de reclassering acht het recidiverisico groot. In het advies d.d. 12 mei 2016 schrijft de reclassering dat verdachte probeert zijn delictgedrag te relativeren en te bagatelliseren (p. 3).
De reclassering vervolgt (p. 6):
'Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Betrokkene is gediagnosticeerd met parafilie NAO, heeft een zedendelict gepleegd met een meisje van tien jaar en heeft interesse in afwijkende seksuele voorkeuren. Gezien het voornoemde schatten wij de kans op recidive hoog.’
Het hof stelt vast dat niet alle deskundigen volledige uitspraken hebben kunnen doen over het recidivegevaar. Dat kwam doordat verdachte een deel van de hem tenlastegelegde feiten jegens de deskundigen ontkende. Met name een van de ernstigste aspecten van die feiten, namelijk het als ' [naam 1] ' voeren van de chatgesprekken met medeverdachten hebben de deskundige niet met verdachte kunnen doornemen en onderzoeken. Wel stellen zowel de deskundigen als de reclassering vast dat verdachte manipulatief is en zich een slachtofferrol aanmeet als het gaat om het vergaande misbruik van slachtoffer 1.
Het hof herkent dat beeld van verdachte. Ook ter zitting van het hof heeft verdachte zich gepresenteerd als iemand die het misbruik van dat slachtoffer is 'overkomen', dat hij de seksuele handelingen met haar slechts heeft gepleegd om haar te helpen. Daarnaast heeft hij ontkend ' [naam 1] ' te zijn. Aan nader onderzoek van gedragsdeskundigen weigerde hij twee maal mee te werken, hoewel hij het hof tot tweemaal toe had toegezegd dat wel te zullen doen. Verdachte heeft aldus telkens op slinkse wijze het ertoe gebracht dat het hof niet een volledig advies heeft verkregen over de behandeling en het recidivegevaar van een persoon waarvan kan worden vastgesteld dat die ernstige seksuele misdrijven heeft gepleegd en van wie uit deskundigenonderzoek blijkt dat hij een parafiele en persoonlijkheidsstoornis heeft. Aan het tweede aanvullende onderzoek wilde verdachte volgens de deskundigen Geurdink en Kruisdijk (aanvullende rapportage van 22 maart 2017) niet meewerken omdat het verdachte duidelijk werd dat de diagnostische conclusies mogelijk zouden veranderen en in het verlengde daarvan ook de risicotaxatie. Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat hem 'misbruik' niet nog eens zal overkomen. Hij heeft desgevraagd echter geweigerd te verklaren waarom dat dan zo zou zijn. Van de behandeling - zoals die hem is voorgehouden in het kader van detentiefasering - van zijn persoonlijkheidsproblematiek heeft hij een ander beeld dan de deskundigen. Zo heeft verdachte ter zitting verklaard dat het AFPN hem gaat helpen met het verwerken van zijn emoties, omdat hij zichzelf alsmaar afvraagt waarom hij niet is weggegaan bij slachtoffer 1 in plaats van vergaande seksuele handelingen met het jonge meisje te verrichten. Het hof heeft uit zijn uitlatingen de indruk bekomen dat verdachte zichzelf eigenlijk een goede rol toedeelt, hoewel feit 1 nooit had mogen gebeuren, zo heeft verdachte ter zitting van het hof verklaard. Uit niets blijkt dat verdachte ook maar enig ziekte-inzicht heeft, laat staan dat hij spijt betuigt en zich aan zijn stoornissen werkelijk wil laten behandelen.
Gezien verdachtes persoonlijkheidsproblematiek en zijn proceshouding heeft het hof er geen enkel vertrouwen in dat verdachte zich op enigerlei wijze zal laten behandelen. Dat vindt bevestiging in hetgeen de reclassering daarover in haar rapport van 12 mei 2016 schrijft.
Ten aanzien van een behandeling schrijft de reclassering dat:
'Ingeschat wordt dat er een hoog gemiddeld risico op onttrekken aan voorwaarden is. Het ontbreekt de heer [verdachte] aan besef en inzicht ten aanzien van zijn delictgedrag. Enerzijds rationaliseert betrokkene zijn gedrag en door te zeggen dat hij het beste met het slachtoffer voor had. Anderzijds is betrokkene benieuwd waardoor hij tot delictgedrag is gekomen, maar hij geeft ook zeer beperkte openheid betreffende zijn delictgedrag. Door de voornoemde tegenstrijdigheden krijgen we de indruk dat de kans op onttrekken of ontwijken aan behandeling hoog gemiddeld is.'
Het hof zal gezien het voorgaande bevelen dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld, nu de bewezenverklaarde feiten misdrijven betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaren is gesteld en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eist. Het hof zal daarbij bevelen dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd, daar het bewezenverklaarde misdrijven betreft die gevaar opleveren voor de lichamelijke integriteit van personen en de algemene veiligheid van personen of goederen die verpleging eist.
De onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven, die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit heeft gelet op artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht als gevolg dat deze maatregel niet gemaximeerd is en derhalve een periode van vier jaren te boven kan gaan.
Vordering van de benadeelde partij Slachtoffer 3
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij (slachtoffer 3) zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging in hoger beroep niet voort en kan het hof niet op die vordering beslissen.
Beslag
Het hof zal niet - zoals gevorderd door de advocaten-generaal - een deel van het beslag, te weten de twee mobiele telefoons (nrs. 12 en 15) onttrekken aan het verkeer. Niet vastgesteld kan worden dat deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Het hof is van oordeel dat de voorwerpen op de beslaglijst met de nummers 1, 2, 7, 9 en 17, te weten een Dell computer, een USB-stick, een cd-rom, een zwart mapje met 5 cd's en papieren bescheiden (met wachtwoorden), moeten worden onttrokken aan het verkeer, omdat met behulp van deze voorwerpen de feiten zijn begaan of voorbereid en het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Het hof is van oordeel dat ook de fotocamera van verdachte (nr. 18 op de beslaglijst) moet worden onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Uit het dossier volgt dat door verdachte met deze camera gemaakte foto’s van schoolkinderen van de school waar hij werkzaam was zijn aangetroffen op de computer van een medeverdachte gerangschikt onder zijn kinderpornografische bestanden en verdachte heeft zich in chatcommunicatie over die schoolkinderen uitgelaten waarbij hij zinspelingen maakt op het misbruiken van die kinderen. Door de verdediging is op dit punt geen verweer gevoerd.
Het hof zal de teruggave aan verdachte gelasten van de onder hem inbeslaggenomen en aan hem toebehorende voorwerpen op de beslaglijst met de nummers 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16, te weten een Dongel D-link, een webcam Trust, een HD Western Digital, een HD Samsung, diverse papieren bescheiden, een Nokia telefoontoestel zwart, 2 treinkaarten en een Nokia telefoontoestel grijs aangezien niet is komen vast te staan dat deze voorwerpen door middel van de strafbare feiten zijn verkregen, ze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36d, 37, 37a, 37b, 38e, 57, 240b, 244, 248 en 248a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 7 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 7 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Verklaart
onttrokken aan het verkeerde voorwerpen op de beslaglijst met de nummers 1, 2, 7, 9, 17 en 18 te weten een Dell computer, een USB-stick, een cd-rom, een zwart mapje met 5 cd's, papieren bescheiden (met wachtwoorden) en een Canon Powershot A420 fotocamera.
Gelast de
teruggave aan verdachtevan de voorwerpen op de beslaglijst met de nummers 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16, te weten een Dongel D-link, een webcam Trust, een HD Western Digital, een HD Samsung, diverse papieren bescheiden, een Nokia telefoontoestel zwart, 2 treinkaarten en een Nokia telefoontoestel grijs.
Aldus gewezen door
mr. K. Lahuis, voorzitter,
mr. J. Dolfing en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 3 mei 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
H. Pool is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.