ECLI:NL:GHARL:2017:3332

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 april 2017
Publicatiedatum
19 april 2017
Zaaknummer
WAHV 200.170.453
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Schuijlenburg
  • A. Wijmenga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van administratieve sanctie wegens overschrijding maximumsnelheid op autosnelwegen met 17 km/h

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 1 april 2015 een beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had een administratieve sanctie van € 128,- opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op de A2 bij Baambrugge. De overtreding vond plaats op 23 december 2013 om 22:49 uur, waarbij de betrokkene met een snelheid van 17 km/h boven de toegestane snelheid reed. De gemachtigde voerde aan dat hij niet voldoende gelegenheid had om zijn snelheid aan te passen door de weersomstandigheden en de onduidelijkheid van de bebording.

Het hof oordeelt dat de gemachtigde niet heeft betwist dat er een bord A1 was geplaatst met een maximumsnelheid van 100 km/h. Het hof concludeert dat de gedraging is verricht en dat de gemachtigde zich ervan had moeten vergewissen dat de maximumsnelheid ter plaatse duidelijk was aangegeven. De argumenten van de gemachtigde, waaronder de stelling van uitlokking, worden verworpen. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af.

De uitspraak benadrukt het belang van oplettendheid van weggebruikers ten aanzien van verkeersborden en de verantwoordelijkheid om zich aan de geldende verkeersregels te houden. De beslissing van het hof is definitief en de betrokkene wordt niet in het gelijk gesteld.

Uitspraak

WAHV 200.170.453
19 april 2017
CJIB 178213165
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 1 april 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats] ,
voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde] ,
wonende te [plaats] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.
Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep. Tevens is verzocht om vergoeding van kosten.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 128,- opgelegd ter zake van “Overschrijding maximumsnelheid op autosnelwegen met 17 km/h (verkeersbord A1)”, welke gedraging zou zijn verricht op
23 december 2013 om 22:49 uur op de A2 links (trajectcontrole) te Baambrugge met het voertuig met het kenteken [plaats] .
2. De gemachtigde ontkent niet ter plaatse met de gemeten snelheid te hebben gereden. Hij voert echter aan dat hij niet voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn snelheid aan te passen. Wegens de regen, minimale straatverlichting en mogelijk door de aanwezigheid van een auto naast het voertuig van de gemachtigde heeft hij niet gezien dat bij hectometerpaal 44,1 het onderbord bij het verkeersbord RVV A01-100 was verdwenen. Ook daarna heeft hij geen verkeersbord waargenomen waaruit bleek dat de maximaal toegestane snelheid 100 km per uur bedroeg. Daardoor verkeerde de gemachtigde in de veronderstelling dat hij 130 km per uur mocht rijden. De onduidelijkheid van de bebording blijkt volgens de gemachtigde uit het feit dat veel snelheidsovertredingen zijn geconstateerd op de A2 bij Baambrugge. De gemachtigde stelt dat er sprake is van uitlokking.
3. Door de gemachtigde is niet betwist dat voor aanvang van het traject waarover de snelheid is gemeten, een bord A1 was geplaatst met daarop als maximumsnelheid 100 kilometer per uur zonder onderbord met daarop de periode van de dag gedurende welke deze maximumsnelheid geldt. Evenmin is betwist dat met de gemeten snelheid is gereden. Gelet hierop is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
4. Vervolgens dient het hof, gelet op het gevoerde verweer, te beoordelen of er andere redenen zijn een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen.
5. Het hof ziet in hetgeen de gemachtigde heeft aangevoerd geen aanleiding om aan te nemen dat de maximum snelheid ter plaatse ten tijde van de gedraging onvoldoende duidelijk werd aangegeven. Het bord A1 met daarop vermeld '100' brengt mee dat in beginsel de maximumsnelheid ter plaatse 100 kilometer per uur bedraagt. Het onderbord, met daarop de tijdsaanduiding gedurende welke periode van de dag deze snelheid geldt, moet voor de niet genoemde periode van de dag worden beschouwd als uitzondering op deze hoofdregel. Dit brengt mee dat de gemachtigde zich ervan had moeten vergewissen dat die uitzondering op dat moment wel gold. Dat heeft hij niet gedaan. Dat de gemachtigde het ontbreken van het onderbord heeft gemist dient daarom voor zijn rekening te blijven. Dat eerder op hetzelfde traject nog een snelheid gold van 130 km/h - tussen 19.00 en 6.00 uur - doet aan het voorgaande niet af. Immers, van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij oplettend is op de aanwezige bebording. De stelling van de gemachtigde, dat er sprake is van uitlokking, dient reeds daarom te worden verworpen.
6. Nu is komen vast te staan dat de gedraging is verricht en het hof in het verweer geen reden ziet de sanctie achterwege te laten of te matigen, zal het hof de beslissing van de kantonrechter bevestigen. De betrokkene wordt niet in het gelijk gesteld. Derhalve zal het hof het verzoek tot vergoeding van kosten afwijzen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Wijmenga als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.