Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verweerschrift in het incidenteel appel met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Uijt de boogaardt van 1 maart 2017 met productie(s); en
- een journaalbericht van mr. Uijt de boogaardt van 9 maart 2017 met productie(s).
3.De vaststaande feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2008 (hierna: [de minderjarige1] ); en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2013 (hierna: [de minderjarige2] ).
2016-2017 in te schrijven op basisschool [D] te [B] en om [de minderjarige2] met ingang van de zomervakantie regio Noord in te schrijven op kinderdagverblijf [E] te [B] . De vader heeft een verweerschrift ingediend.
4.De omvang van het geschil
4.3 De vader verzoekt het hof om het verzoek van de moeder in hoger beroep van de moeder af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen, zo nodig met verbetering van de gronden. In incidenteel appel verzoekt de vader het hof voorts een dwangsom aan de moeder op te leggen van € 500,- per dag dat de situatie voortduurt waarin de moeder in strijd met de bestreden beschikking met de kinderen (bij haar partner) in [B] woont.
5.De motivering van de beslissing
van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te
compenseren;
elkaar in hun vertrouwde omgeving;
verhuizing;
geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;