Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Coöperatieve Rabobank U.A.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de akte (met productie) van [appellanten] ,
3.De vaststaande feiten
Inleiding
“(Met een grotere zelfstandigheid vergeleken met Assistent A)”.
4.Nieuwe situatie
De lokale bank moet er nadrukkelijk op gewezen worden dat het scenario voor de functie Assistent Accountmanager Private Banking A/B op lokaal niveau beoordeeld moet worden op basis van de feitelijke werkzaamheden en voldoende hulpmiddelen hiertoe aangereikt krijgen. Het in de adviesaanvraag genoemde onderscheid tussen de Assistent Accountmanager PB A en PB B wordt door de ORR niet in alle situaties herkend. Naar de mening van de ORR is in de adviesaanvraag onvoldoende onderkend dat lokaal, binnen de hiervoor geldende adviezen, gekozen kon worden voor verschillende inrichtingsvarianten. Het gaat daarbij met name om de lokale keuze om de Adviseur PB B te laten ondersteunen door een Assistent Accountmanager PB A of PB B.(toevoeging hof: dit betreft een citaat uit het advies van de centrale Ondernemingsraad)
De referentieprofielen/Rabogroepfunctiereeks die gelden binnen de Rabobank Groep zijn leidend. Bij afwijkende huidige functiebenamingen of als in de praktijk afwijkend van het referentieprofiel wordt gewerkt, zijn de feitelijke werkzaamheden die de medewerker uitoefent leidend.”.
Daarnaast is het ook belangrijk om duidelijkheid te hebben over wat er in het hier en nu van jullie wordt verwacht! De PM die jullie hebben is vrijwel identiek aan elkaar! Dat betekent dus ook dat er geen onderscheid op papier is gemaakt in taakstelling tussen een assistent A of B. (…) Ik heb ook met de accountmanagers de afgelopen periode gesprekken gevoerd over verwachtingen en doelen. Inmiddels heeft iedere accountmanager een verscherping van hun individuele PM ontvangen. Ik heb daarbij geprobeerd meer focus aan te brengen passend bij het functieprofiel accountmanager Private Banking B of C. Dit zal op termijn invloed hebben op de taken die je uitvoert als assistent. Een onderscheid tussen assistent A of B wordt daarmee ook duidelijker” (…).
Op 26 september jl. heeft met jou een gesprek plaatsgevonden. (...)
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
van afwijkingvan het Referentieprofiel geen sprake was. Pas in geval van afwijking van het Referentieprofiel komt het in de brochure voorgeschreven overleg met leidinggevende en HR Advies aan de orde. Dit betekent dat voorshands niet aannemelijk is dat Rabobank de plaatsingsprocedure niet correct heeft gevolgd. Wat betreft de passendheid van de nieuwe functie geldt dat op grond van het Sociaal Plan in het kader van het scenario functie “gewijzigd” slechts aan de orde is of een werknemer geschikt is voor de gewijzigde functie. Er is geen sprake van een nieuwe functie en de beoordeling naar de passendheid daarvan ligt dus in het kader van de plaatstingsprocedure van [appellanten] niet voor.