In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om de vraag of een door partijen getroffen regeling kon worden aangemerkt als een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 BW, of als een betalingsregeling voor de uit een eerder vonnis voortvloeiende betalingsverplichtingen. De appellante, De Telefoongids B.V. (DTG), had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerden, die bestond uit het vorderen van betaling van onbetaalde facturen voor internetdiensten geleverd door ClearSense B.V. DTG stelde dat er een betalingsregeling was getroffen, maar de geïntimeerden betwistten dit en stelden dat de regeling enkel gold voor het geval er een betalingsverplichting zou ontstaan uit het vonnis.
Het hof oordeelde dat DTG onvoldoende had aangetoond dat er een vaststellingsovereenkomst was gesloten. De e-mailcorrespondentie tussen de gemachtigden van partijen bood geen duidelijke informatie over de inhoud van de regeling, en de betaling van € 700,00 door de geïntimeerden kon ook in het kader van een betalingsregeling zijn gedaan. Het hof concludeerde dat de regeling niet als een vaststellingsovereenkomst kon worden aangemerkt, maar als een betalingsregeling voor de uit het vonnis voortvloeiende verplichtingen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, die de vorderingen van DTG had afgewezen en de vordering van de geïntimeerden had toegewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en documentatie bij het aangaan van betalingsregelingen en vaststellingsovereenkomsten. Het hof wees de kosten van het hoger beroep toe aan DTG, die als in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.