ECLI:NL:GHARL:2017:2931
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Stoop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake niet-ontvankelijkheid beroep door gebrek aan machtiging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 1 april 2015 het beroep van de gemachtigde tegen een beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaarde. De officier van justitie had het administratief beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen geldige machtiging was overgelegd. De gemachtigde, die optreedt namens [B.V. X], stelde dat hij geen verzoek had ontvangen om een schriftelijke machtiging te overleggen. De kantonrechter oordeelde dat de gemachtigde niet bevoegd was om het beroep in te stellen, omdat de machtiging niet was overgelegd.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de officier van justitie ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. Volgens artikel 2:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient de gemachtigde om een schriftelijke machtiging te worden gevraagd, en niet degene voor wie de gemachtigde optreedt. Het hof oordeelde dat de officier van justitie niet had aangetoond dat hij de gemachtigde om een machtiging had gevraagd, waardoor de beslissing van de kantonrechter niet in stand kon blijven.
Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Noord-Holland voor verdere behandeling. Tevens is de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 183,75. Dit bedrag is berekend op basis van de verrichte proceshandelingen en de forfaitaire vergoeding per proceshandeling, met inachtneming van de aard van de zaak.