Uitspraak
[appellant],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
De benoeming geschiedt:
de CAO PO
“ [geïntimeerde](hof: [geïntimeerde]
) zal de 5 dagdelen vervanging van [naam begeleider] op het [school 1] gaan doen.”
Wat betreft het [school 2] dat pak ik graag op. Ik ben daar deze week al geweest voor vergaderingen (doorspreken oude en nieuwe leerlingen) en zal er morgen ook heen gaan om te werken.”
“Tot aan je zwangerschapsverlof heb je op basis van ziektevervanging voor SOTOG gewerkt binnen [naam] (deels op hen verzoek). In je je zwangerschapsverlof is diegene die je verving beter gemeld, wat voor mij inhield dat er geen vervangingsgrond meer was.
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
0,5 niet is geëindigd op 24 januari 2016. [appellant] voert aan dat [geïntimeerde] de zieke [naam begeleider] voor 1,0 fte heeft vervangen, zodat na de herstelmelding van [naam begeleider] op 24 januari 2016 het dienstverband met [geïntimeerde] op grond van de CAO PO 2014-2015 op 24 januari 2016 van rechtswege is geëindigd.
Artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding (...) van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst (...) waarin hetgeen in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op die dag, van toepassing is verklaard of waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, lid 5, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst (...), maar ten hoogste gedurende twaalf maanden na die inwerkingtreding.”
Bij deze uitleg betrekt het hof dat in de wetsgeschiedenis van artikel XXIIe Overgangsrecht WWZ de onderhavige situatie niet (expliciet) is besproken. De terminologie in de wetsgeschiedenis is veelal een op de dag van inwerkingtreding van artikel 7:668a nieuw BW “geldende collectieve arbeidsovereenkomsten”, de collectieve arbeidsovereenkomst die toen nog “gold” en “de expiratiedatum van die cao”. Daarmee staat de wetsgeschiedenis aan de hiervoor omschreven toepassing van artikel XXIIe lid 1 Overgangsrecht WWZ en artikel 7:668a oud BW niet in de weg.
[geïntimeerde] zal de 5 dagdelen vervanging van [naam begeleider] op het [school 1] gaan doen.” Voor die vervanging is een akte van benoeming voor de duur van de afwezigheid van [naam begeleider] maar uiterlijk tot 1 augustus 2015 opgemaakt. Op 1 augustus 2015 was [naam begeleider] nog niet hersteld, waarna [geïntimeerde] haar werkzaamheden bij het [school 1] heeft voortgezet. Daarvoor is op 22 september 2015 een akte van benoeming voor bepaalde tijd opgemaakt. In verband met de uitbreiding van de werkzaamheden bij het [school 2] is de akte van 22 september 2015 en de daarbij behorende voorwaarden vervangen door een akte van 20 oktober 2015. In beide aktes is aangegeven dat de benoeming geldt voor de duur van de afwezigheid van [naam begeleider] maar uiterlijk tot en met 30 juni 2016.
30 juni 2016 op het [school 2] voor 0,5 fte werkzaam kon zijn: “
Bovenstaande kwestie heb ik deze week met [naam] besproken, zij hebben concreet nog wel behoefte t/m 30 juni aan inzet van 0,5 fte AB op het [school 2] . Zij vinden ook prima om dit door jou in te laten vullen. Dit zouden we kunnen organiseren door jou op basis van ziektevervanging (o,5 fte) t/m 30-6-16 in te laten vallen.”