Uitspraak
[verzoeker],
[verweerster],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
hof) maart 2016, eventueel met zijn advocaat erbij, waarin goede afspraken worden gemaakt over voortzetting van de arbeidsovereenkomst.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [verzoeker] tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, waarin zijn verzoek om betaling van een hogere gefixeerde schadevergoeding en achterstallig loon werd afgewezen. [verzoeker] had ontslag op staande voet genomen na beschuldigingen van diefstal door zijn werkgever, [verweerster]. De kantonrechter oordeelde dat er geen geldige dringende reden was voor het ontslag en dat [verzoeker] zijn recht op loon had verloren. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld dat [verzoeker] wel degelijk een dringende reden had om ontslag op staande voet te nemen. Het hof heeft vastgesteld dat de beschuldigingen van diefstal niet voldoende waren onderbouwd en dat de werkgever niet als goed werkgever heeft gehandeld door de werknemer te schorsen en de loonbetaling stop te zetten. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en [verweerster] veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en een gefixeerde schadevergoeding van € 3.652,52 netto, met wettelijke rente. Tevens is [verweerster] veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.