ECLI:NL:GHARL:2017:2368
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Proceskostenveroordeling
- J. van Schuijlenburg
- M. Stoop
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot opleggen van sanctie bij ontbinding van een rechtspersoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland van 13 maart 2015. De zaak betreft een administratieve sanctie die was opgelegd aan een vennootschap onder firma (VOF) die voor derden kenbaar was opgehouden te bestaan. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter die het beroep ongegrond had verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding had afgewezen.
De gemachtigde voerde aan dat de VOF op 1 januari 2011 was ontbonden en dat de sanctie niet aan deze rechtspersoon kon worden opgelegd, aangezien de onderneming was voortgezet door een natuurlijk persoon. Het hof oordeelde dat er geen bevoegdheid bestond om de sanctie op te leggen, omdat de VOF ten tijde van de gedraging al niet meer bestond. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep van de betrokkene gegrond, waardoor de sanctie en de eerdere beslissingen werden vernietigd.
Daarnaast werd er een proceskostenvergoeding toegekend, maar het hof beperkte deze tot de kosten van de indiening van de nadere toelichting op het hoger beroep, omdat deze grond voor het eerst in die toelichting naar voren was gebracht. De advocaat-generaal werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten tot een bedrag van € 122,50. Dit arrest benadrukt de juridische gevolgen van het ophouden van bestaan van een niet-natuurlijke persoon in relatie tot het opleggen van sancties.