In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die een legesnota in verband met een aanvraag voor een omgevingsvergunning heeft bevestigd. De heffingsambtenaar van de gemeente Zevenaar had belanghebbende een legesnota gestuurd, waarop belanghebbende bezwaar maakte. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in beroep ging. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde. Tijdens de zitting op 10 februari 2017 werd het geschil besproken.
Belanghebbende stelt dat er geen leges geheven kunnen worden vanwege toezeggingen uit 2004, waarin werd beloofd dat geen leges in rekening zouden worden gebracht als hij zou wachten op een herziening van het bestemmingsplan. Het Hof oordeelt echter dat belanghebbende niet heeft voldaan aan de voorwaarden van deze toezeggingen, omdat hij ervoor heeft gekozen om een aanvraag voor een omgevingsvergunning in te dienen zonder te wachten op de herziening van het bestemmingsplan.
Daarnaast is in geschil of de leges terecht zijn geheven in verband met een afwijking van het bestemmingsplan. Het Hof bevestigt dat de leges terecht zijn geheven, omdat de omgevingsvergunning een afwijking van het bestemmingsplan goedkeurde. Ook de legessanctie die van toepassing zou zijn geweest, wordt door het Hof niet van toepassing verklaard, omdat het belastbare feit vóór de ingangsdatum van de legessanctie heeft plaatsgevonden. Het Hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.