Uitspraak
in eerste aanleg: verzoekster,
in eerste aanleg: verweerster,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de op 11 november 2016 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.
23 december 2016, welke beschikking daarna is aangehouden tot heden.
3.3. De feiten
Verkoop/Financieel
.
Verkoop/Financieel
geeft als reactie dat o.a. de bramerij een hotspot is in deze, verijzering, de boeggolf uit september en met name ook kwaliteit. Over2 maanden hebben we dit probleem niet meer (2e revisie levertijden). [persoon 2] zegt dat kwaliteit hierin geen discussie kan zijn. [persoon 2] maakt zich zorgen over planning/productie. Ondanks de lange levertijden worden afspraken niet nagekomen. [verweerster] zal KPI opstellen betreffende de 1e en 2e levertijdoverschrijding en dit de volgende vergadering uiteenzetten. (…)”
Verkoop/Financieel
Productie
Als bevestiging van ons gesprek van afgelopen vrijdag het volgende.
(…) Het is en blijft jammer dat je zelf niet inziet dat het niet langer vol te houden was om je op de positie van plant-manager te handhaven. Verder is het toch echt voor eenieder duidelijk en een verstandige beslissing geweest om je uit je functie te zetten.
4.Het verzoek aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
d-grond. Nu op grond daarvan niet tot ontbinding kon worden overgegaan en [verweerster] de gestelde verstoorde arbeidsrelatie gemotiveerd had bewist, kon ook die grond niet tot ontbinding leiden, zo oordeelde de kantonrechter. Het verzoek is daarom afgewezen.