Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de man,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 22 juni 2016;
- het verweerschrift met één productie;
- een journaalbericht van mr. Gürcan van 6 januari 2017 met een begeleidende brief van mr. Gürcan van dezelfde datum en drie producties;
- een journaalbericht van mr. Bosma van 12 januari 2017 met één productie;
- een journaalbericht van mr. Gürcan van 20 januari 2017 met één productie.
- een journaalbericht van mr. Gürcan van 14 februari 2017 met een begeleidende brief van mr. Gürcan van 13 februari 2017;
- een journaalbericht van mr. Gürcan van 20 februari 2017 met een begeleidende brief van mr. Gürcan van dezelfde datum met vier producties;
- een journaalbericht van mr. Bosma van 27 februari 2017.
3.De vaststaande feiten
- [kind 1], verder te noemen: [kind 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005, en
- [kind 2], verder te noemen: [kind 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2006,
In deze beschikking heeft de rechtbank voorts bepaald dat het tussen partijen gesloten en op 27 juni 2011 ondertekende ouderschapsplan en het door de man op 19 juli 2011 en door de vrouw op 20 juli 2011 ondertekende echtscheidingsconvenant als in die beschikking opgenomen moeten worden beschouwd en dat hetgeen tussen hen is overeengekomen als in de beschikking ingelast geldt en daarvan deel uitmaakt, voor zover daarover in die beschikking niet reeds anders is beslist.