In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z] uit België, tegen de uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland met betrekking tot aanslagen in de inkomstenbelasting voor de jaren 2006 tot en met 2010. De rechtbank had eerder de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende had bezwaren ingediend tegen de aanslagen, maar de inspecteur van de Belastingdienst had deze bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. Het Hof heeft de grieven van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat de inspecteur de brieven van belanghebbende ten onrechte als (tweede) bezwaarschriften heeft opgevat, terwijl deze ook als verzoeken om herziening konden worden gezien. Het Hof oordeelt dat de inspecteur alsnog bij voor bezwaar vatbare beschikking moet beslissen op het verzoek om ambtshalve vermindering voor het jaar 2010. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard. De proceskosten worden niet toegewezen.