Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is van mening dat zij in staat is om [de minderjarige1] op te voeden en verzoekt de beschikking van de kinderrechter van 22 juli 2016 te vernietigen. De kinderrechter had destijds de uithuisplaatsing van [de minderjarige1] verlengd tot 11 augustus 2017, omdat de persoonlijke situatie van de moeder als onveilig en instabiel werd beoordeeld. De moeder heeft in de periode voor de zitting te maken gehad met ernstige problemen, waaronder huiselijk geweld, alcohol- en drugsgebruik, en suïcidaliteit. Ondanks dat de moeder aangeeft dat haar situatie is verbeterd, oordeelt het hof dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De GI (gecertificeerde instelling) heeft meerdere kansen voor de moeder gecreëerd om aan haar opvoedingsvaardigheden te werken, maar de voortgang is onvoldoende. Het hof concludeert dat de continuïteit en veiligheid van [de minderjarige1] niet gewaarborgd zijn bij een terugplaatsing bij de moeder. De beschikking van de kinderrechter wordt dan ook bekrachtigd.