Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder om een bijzondere curator te benoemen voor haar kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.H.S. van Driem, verzocht het hof om mevrouw [A] tot bijzondere curator te benoemen, omdat zij meende dat er een conflict was tussen de belangen van de kinderen en die van de vader, die door mr. J.G. Kalk werd vertegenwoordigd. De rechtbank Gelderland had eerder dit verzoek afgewezen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de moeder haar grieven uiteenzette en de vader zich verweerde. De moeder stelde dat de kinderen ongelukkig waren en dat de vader onvoldoende aandacht voor hen had. De vader betwistte deze claims en stelde dat de kinderen goed bij hem konden verblijven. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, inclusief de communicatieproblemen tussen de ouders en de hulpverlening die reeds was ingezet.
Het hof concludeerde dat er geen concrete strijdigheid van belangen was tussen de ouders en de kinderen, zoals vereist voor de benoeming van een bijzondere curator. De ouders waren zich bewust van de problemen en er waren al hulpverleningsmaatregelen getroffen. Het hof oordeelde dat de benoeming van een bijzondere curator niet noodzakelijk was en heeft het verzoek van de moeder afgewezen. De beschikking van de rechtbank Gelderland werd bekrachtigd, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg.