Uitspraak
Het tussenarrest
Het verdere procesverloop
Beoordeling
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
daartoe bevoegd was blijkt niet. De gemachtigde heeft gesteld dat hij geen mandaatsbesluit heeft kunnen vinden.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 27 oktober 2015, waarbij een administratieve sanctie was opgelegd aan de betrokkene. De gemachtigde van de betrokkene heeft in hoger beroep betoogd dat de verbalisant die de sanctie heeft opgelegd, niet bevoegd was om dit te doen. Dit betoog is gebaseerd op een proces-verbaal van beëdiging van de verbalisant, waaruit niet blijkt tot welke organisatie de verbalisant behoort. De advocaat-generaal heeft de stellingen van de gemachtigde niet betwist, maar heeft wel gesteld dat hij geen reden heeft om te twijfelen aan de bevoegdheid van de adjunct-directeur die de verbalisant heeft beëdigd.
Het hof heeft geoordeeld dat er voldoende twijfel bestaat over de bevoegdheid van de verbalisant om de sanctie op te leggen. De advocaat-generaal had deze twijfel kunnen wegnemen door nadere informatie te verstrekken, maar dit is niet gebeurd. Daarom heeft het hof besloten de inleidende beschikking te vernietigen. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de betrokkene recht heeft op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, die zijn vastgesteld op € 1.347,50. Het hof heeft de advocaat-generaal veroordeeld tot betaling van deze kosten aan de betrokkene.
De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beslissing van de kantonrechter wordt vernietigd en dat de administratieve sanctie niet kan worden gehandhaafd. De betrokkene krijgt zijn zekerheidstelling terug en de advocaat-generaal moet de proceskosten vergoeden.