ECLI:NL:GHARL:2017:174
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- A. Terhell
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijk verklaring van de kantonrechter betreffende zekerheidstelling in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 25 februari 2016 het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk heeft verklaard. De betrokkene had geen zekerheid gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en de administratiekosten, en dit verzuim was niet binnen de gestelde termijn hersteld. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld, maar heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd op de mogelijkheid om nadere gronden in te dienen. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend, maar de betrokkene en haar gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen op de behandelingsdatum van 28 december 2016.
Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter de betrokkene niet op de juiste wijze heeft gewezen op de verplichting tot zekerheidstelling. De ontvangstbevestigingen van het beroepschrift waren gedateerd op 17 december 2015, terwijl de herinneringsbrief aan de betrokkene om zekerheid te stellen dateerde van 21 november 2015, wat betekent dat de betrokkene niet correct is geïnformeerd. Hierdoor heeft het hof de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de zaak teruggewezen naar de kantonrechter voor verdere behandeling.
Daarnaast heeft het hof de kosten van de door een derde verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 248,-, gebaseerd op de forfaitaire regeling in het Besluit proceskosten bestuursrecht. De advocaat-generaal is veroordeeld tot het vergoeden van deze kosten aan de gemachtigde van de betrokkene. Het arrest is gewezen door mr. J. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van A. Terhell als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting.