Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidNacco Materials Handling B.V.,gevestigd te Nijmegen,
AIG Europe Limited Netherlands,
gevestigd te Rotterdam,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling van de grieven en de vordering
“Op orthopaedisch gebied kan worden gesteld dat er sprake is van contusies dan wel distorsies van de lumbale en cervicale wervelkolom naar aanleiding van het ongeval van 29.05.2006. Wel kan worden aangegeven dat op het MRI-onderzoek van de lumbale wervelkolom van 17.07.2007 een duidelijke HNP [hernia – toev. hof] op het niveau L5-S1 zichtbaar is (…). Op het niveau L4-5 is er sprake van een bulging disc [uitstulping kern tussenwervelschijf – toev. hof](vraag 2)
“De huidige klachten die betrokkene heeft, kunnen redelijkerwijze als een gevolg van voornoemd ongeval worden beschouwd. Daar hij [ [de werknemer] – toev. hof] voor dit ongeval totaal geen klachten had, zijn de huidige klachten wel als ongevalgevolg te duiden.”(vraag 3)
“Op orthopaedisch gebied kan van een eindtoestand ten aanzien van de nek- en rugklachten worden gesproken.”
“Voor het aannemen van een causale relatie tussen het ongeval en een HNP op welk niveau dan ook, moet zijn voldaan aan alle volgende voorwaarden: (…) 3. het trauma moet aanleiding hebben gegeven tot een mechanisch goed te begrijpen aanzienlijke inwerking van geweld op de wervelkolom, direct of indirect; 4. radiculaire klachten [klachten door irritatie en/of afknelling van de zenuwwortel – toev. hof], al of niet gecombineerd met rugklachten, moeten binnen 24 uur na het ongeval zijn ontstaan en zijn gedocumenteerd (…).Aan Van Rinsum is gevraagd hierop een reactie te geven.
“Zoals u aangeeft is het terecht dat volgens de NOV-richtlijnen aan alle criteria moet zijn voldaan (…). Volgens de punten 1, 2, 3 en 5 is de problematiek bij betrokkene geheel helder. Volgens punt 4 is het niet geheel duidelijk dat de radiculaire klachten binnen 24 uur na het ongeval zijn ontstaan. Deze zijn ook niet gedocumenteerd. Hiermee vervalt dan strikt genomen het toekennen van een percentage invaliditeit op grond van een posttraumatische HNP, maar het is wel erg opvallend dat betrokkene dergelijke klachten heeft gekregen! Dientengevolge zou enige coulance hier wel op zijn plaats zijn …!”
“een duidelijke bulging disc L4-5 zichtbaar. Op dit niveau geen wortelcompressie. Op het niveau L5-S1 is een duidelijke HNP in de vorm van een sequester links met compressie en verplaatsing van de wortel alhier”.Op verzoek van de deskundige Van Rinsum is een röntgenfoto gemaakt van de lumbale wervelkolom met als uitkomst onder meer:
“Op de laterale opname een duidelijke versmalling van de discus L5-S1.”
nietde conclusie kan worden getrokken dat de HNP die bij [de werknemer] medio 2007 is geconstateerd in (medisch) causale relatie staat tot het ongeval op 29 mei 2006. Op dit onderdeel kan het rapport van Van Rinsum (en zijn aanvullende brief van 21 februari 2013)
nietals uitgangspunt dienen voor verdere onderhandelingen over de afwikkeling van de schade die [de werknemer] heeft geleden als gevolg van het ongeval. In die zin slagen de grieven van Nacco en AIG en dient de beschikking van 23 maart 2015 op die onderdelen (dictum sub 5.1 en sub 5.2) vernietigd te worden.