ECLI:NL:GHARL:2017:1488

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 februari 2017
Publicatiedatum
21 februari 2017
Zaaknummer
WAHV 200.167.408
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Beswerda
  • mr. Landstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van snelheidsovertredingen begaan in korte tijd met betrekking tot administratieve sancties

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 6 maart 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 109,- opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 13 km/h. Dit zou zijn gebeurd op 10 september 2014 om 14.57 uur op de Provinciale weg N240 / Westerterpweg te Slootdorp. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat er twee boetes waren opgelegd voor snelheidsovertredingen die op hetzelfde tijdstip zouden zijn gepleegd, en dat dit onmogelijk was. Het hof oordeelt dat in WAHV-zaken de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende is voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid daarvan twijfelen.

Het hof concludeert dat er inderdaad sprake is van twee afzonderlijke gedragingen, die op verschillende tijdstippen zijn verricht, en dat de betrokkene voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn snelheid aan te passen. De gemachtigde heeft geen specifieke feiten aangedragen die aanleiding geven om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. Het hof bevestigt dan ook de beslissing van de kantonrechter, waarbij de werkelijke snelheid van de betrokkene op dat moment 63 km/h was, terwijl de toegestane snelheid 50 km/h was. De beslissing van de kantonrechter wordt bevestigd, en het hof wijst erop dat de sanctie terecht is opgelegd.

Uitspraak

WAHV 200.167.408
21 februari 2017
CJIB 184316677
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland
van 6 maart 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [plaats],
voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde],
wonende te [plaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 109,- opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid binnen bebouwde kom, met 13 km/h”, welke gedraging zou zijn verricht op 10 september 2014 om 14.57 uur op de Provinciale weg N240 / Westerterpweg te Slootdorp met het voertuig met het kenteken [kenteken].
2. De gemachtigde brengt naar voren dat er twee boetes zijn opgelegd voor snelheidsovertredingen die op hetzelfde tijdstip zouden zijn gepleegd, en die ook hetzelfde fotofilmnummer hebben. De gemachtigde is van oordeel dat dit onmogelijk is en wenst de foto's als bewijsmateriaal zien. Over de zaak met CJIB-nummer 184316639 zegt de kantonrechter niets, terwijl deze zaken wel met elkaar te maken hebben.
3. Het hof merkt op dat in dit hoger beroep uitsluitend de onderhavige sanctie aan de orde is, omdat (zo blijkt uit het verweerschrift van de advocaat-generaal) abusievelijk geen beroep tegen de beslissing van de kantonrechter was geregistreerd en dit eerst in augustus 2015 is gebeurd, zodat de kantonrechter op dit beroep nog een beslissing moet nemen. Gelet hierop ligt slechts ter beoordeling voor of de onder 1. vermelde gedraging is verricht en, zo ja, of daarvoor terecht een sanctie is opgelegd aan de betrokkene.
4. In WAHV-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de ambtsedige verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
5. Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de ambtsedige verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting geteste, geijkte en op de voorgeschreven wijze gebruikte snelheidsmeetmiddel.
Gemeten (afgelezen) snelheid : 66 km per uur.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid : 63 km per uur.
Toegestane snelheid : 50 km per uur.
Overschrijding met : 13 km per uur.
De werkelijke snelheid is het resultaat van een, overeenkomstig de geldende Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers van het college van Procureurs-generaal uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid.
De bestuurder werd ter plaatse niet staande gehouden. Er werd volstaan met bekeuren op kenteken.
(…)
Rijrichting van: Westerland
Rijrichting naar: Wieringerwerf
Ter hoogte van hectometerpaal/pandnummer: 7,2”
6. De advocaat-generaal heeft aan het verweerschrift een tweetal foto’s gehecht. Op de eerste foto is het voertuig van de betrokkene aan de achterzijde gefotografeerd. Het voertuig rijdt van de camera weg. Uit de databalk onder de foto blijkt dat deze foto is gemaakt om 14.57.59 uur.
Op de tweede foto is het voertuig van de betrokkene te zien op dezelfde locatie, maar op de andere weghelft. Het voertuig is op deze foto aan de voorzijde gefotografeerd. Het voertuig rijdt op de camera af. Uit de databalk onder de foto blijkt dat deze foto is gemaakt om 14.57.12 uur.
Bij beide foto's is hetzelfde fotofilmnummer vermeld, maar een andere filenaam.
7. Het hof ziet in hetgeen de gemachtigde heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant dat de gedraging is verricht.
Er is sprake van twee afzonderlijke gedragingen, die op verschillende tijdstippen zijn verricht, te weten te 14:57.12 uur (de gedraging met CJIB-nummer 184316639) en 14:57:59 uur (de onderhavige gedraging). Dat er minder dan één minuut tussen de gedragingen zit maakt de gedragingen niet minder sanctiewaardig. De betrokkene heeft tussen de twee snelheidsmetingen zijn voertuig gekeerd en voldoende gelegenheid gehad om zijn snelheid aan te passen aan de geldende maximumsnelheid.
8. Nu de gemachtigde voor het overige geen voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, noch uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken, is naar de overtuiging van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter dan ook bevestigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Landstra als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.