Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Bronckhorst(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende, eigenaar van een melkveehouderij, tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De heffingsambtenaar van de gemeente Bronckhorst had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 336.000 per 1 januari 2013, wat leidde tot een aanslag onroerendezaakbelasting voor het kalenderjaar 2014. Belanghebbende was het niet eens met deze waardebepaling en heeft hiertegen beroep aangetekend. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, maar belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de toepassing van de Wet WOZ en de bewijslast die op de heffingsambtenaar rust. De heffingsambtenaar heeft een taxatierapport overgelegd, waarin de waarde van de melkveehouderij is vastgesteld met behulp van het TIOX-rekenmodel en de landelijke taxatiewijzer. Belanghebbende betwist de bruikbaarheid van dit rapport en stelt dat de heffingsambtenaar niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de vastgestelde waarde.
Het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De taxatiewijzer wordt als bruikbaar hulpmiddel beschouwd, en het Hof ziet geen aanleiding om de waarde naar beneden bij te stellen. De individuele financiële situatie van belanghebbende biedt geen grond voor een lagere waardering. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.