Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
€ 10,- aan kosten en € 5,66 aan rente) te betalen. Verder is in de brief aangegeven dat toekomstige te late betalingen zullen worden “beloond” met aanmaningen die € 25,- kosten en dat “bij persisterend treiterend betalingsgedrag zal worden aangestuurd op beëindiging“ van het huurcontract. Ten slotte heeft [appellant] geschreven:
“Tot slot deel ik U mede dat alle te verrichten werkzaamheden door verhuurder in de pizzeria worden opgeschort tot nader order.”
3.De procedure in eerste aanleg
4.De bespreking van de grieven
grief Ibetoogt [appellant] dat [geïntimeerde] ten onrechte een rioolput in het gehuurde niet heeft schoongemaakt. Als gevolg daarvan is volgens [appellant] de lekkage ontstaan. Nu [geïntimeerde] dat heeft nagelaten, is zij aansprakelijk voor de schade.
grief IX, die zich keert tegen de afwijzing door de kantonrechter van de vordering in reconventie van [appellant] tot betaling van de door hem gemaakte kosten van herstel ad
€ 4.618,38, faalt. Deze grief is gebaseerd op het hiervoor verworpen uitgangspunt dat [geïntimeerde] is tekortgeschoten in haar verplichting de put schoon te houden.
grief IIIkomt [appellant] op tegen de omvang van de door [geïntimeerde] gevorderde kosten van herstel. Volgens [appellant] is de vordering van [geïntimeerde] onvoldoende onderbouwd. De herstelwerkzaamheden waren beperkt - het betrof het vervangen van 2 m2 wandtegels en
0,5 m2 wandtegels - en kunnen nooit een bedrag van € 2.347,75 hebben bedragen.
“Overwogen wordt dat een verhuurder bij de oplevering van het gehuurde na beëindiging van de huurovereenkomst kan verlangen dat een dergelijke aanpassing aan het gehuurde wederom ongedaan wordt gemaakt. Gelet op de onderhavige situatie die tevoren tussen huurder en verhuurder is besproken, valt niet in te zien dat en op welke grond [appellant] met recht door een derde het plaatmateriaal kan laten wegnemen en de kosten van het opmetselen bij [geïntimeerde] in rekening kan brengen.”
Grief VIII, die zich keert tegen het hiervoor weergegeven oordeel van de kantonrechter, faalt.
grief Xopkomt tegen het oordeel van de kantonrechter dat hij zijn verwijt betreffende die kwestie niet kan gebruiken om ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen, stuit dat verwijt af op hetgeen het hof bij de bespreking van grief VIII heeft overwogen. Voor zover de vordering ook is gebaseerd op het wijzigen van de voorpui van het gehuurde in 2010 heeft [appellant] zijn betoog, in het licht van de stellingen van [geïntimeerde] , onvoldoende onderbouwd. Het is het hof overigens ook onduidelijk wat deze wijziging inhield. Bovendien heeft [geïntimeerde] in eerste aanleg uiteengezet dat, wanneer en op welke wijze zij, voorafgaand aan de wijziging, contact heeft gehad met [appellant] over de wijziging en dat [appellant] daarvoor toestemming heeft gegeven. [appellant] voert slechts aan dat hij geen toestemming heeft gegeven, maar heeft dat verder niet toegelicht. Hij heeft ook geen verklaring gegeven voor het feit dat hij voor het eerst in het kader van de onderhavige procedure tussen partijen, drie jaar na het realiseren van de wijziging, bezwaar heeft gemaakt tegen de wijziging. Aldus heeft hij de stelling van [geïntimeerde] dat de wijziging van de voorpui na overleg en met toestemming van [appellant] is doorgevoerd, onvoldoende weersproken. [appellant] kan de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst dan ook niet baseren op de wijziging van de voorpui. De grief faalt om die reden.
grief XIkomt [appellant] op tegen dit oordeel. Met een verwijzing naar de eerdere grieven betoogt [appellant] dat [geïntimeerde] wel is tekortgeschoten. Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt dat deze grief faalt. Het hof voegt daar nog aan toe dat, los van de vraag of sprake is van een tekortkoming, een deugdelijke grondslag voor de vordering om een excuusbrief te schrijven ontbreekt. In dit verband overweegt het hof dat gesteld noch gebleken is dat [appellant] door het handelen van [geïntimeerde] (immateriële) schade heeft geleden, die (deels) kan worden hersteld doordat hij een excuusbrief ontvangt van [geïntimeerde] .