ECLI:NL:GHARL:2017:1274
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- J.P. Bordes
- A.W.M. Elders
- B.F.A. van der Krabben
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van beklag inzake niet-vervolging van betrokkenheid bij overlijden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 februari 2017 uitspraak gedaan in een beklagprocedure van klaagster, die zich richtte tegen de beslissing van de officier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Nederland om geen strafvervolging in te stellen tegen N.N. in verband met de dood van haar vader. Klaagster had op 15 juni 2016 een klaagschrift ingediend, gevolgd door een aanvullend klaagschrift op 29 juni 2016. Het hof heeft kennisgenomen van relevante stukken, waaronder een ambtsbericht van de hoofdofficier van justitie en een schriftelijk verslag van de advocaat-generaal. Tijdens de behandeling in raadkamer waren klaagster, haar gemachtigde en de advocaat-generaal aanwezig.
Het hof oordeelde dat klaagster ontvankelijk was in haar beklag. De feiten wezen uit dat de politie op 9 maart 2015 het stoffelijk overschot van haar vader aantrof, na een melding van zijn werkgever. De schouwarts concludeerde dat er sprake was van een natuurlijk overlijden. Klaagster betwistte deze conclusie en verzocht om nader onderzoek, maar het hof vond geen aanknopingspunten voor verder onderzoek. De verklaringen van getuigen en de omstandigheden rondom het overlijden gaven geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusie van de officier van justitie.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat het beklag ongegrond was en wees het af. Het hof concludeerde dat de beslissing van de officier van justitie om geen strafvervolging in te stellen juist was, en dat er geen bewijs was voor een strafbaar feit of verwijtbaar handelen.