Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
elet op het hiervoor overwogene, is het hof van oordeel dat het vergoedingsrecht van de gemeenschap een beloop heeft van fl.125.000,- te vermeerderen met twee vijfde deel van hetgeen de woning op de peildatum, zijnde 13 april 2008 meer waard was dan het genoemde bedrag van fl. 125.000,-.”Dit betreft een voor beide partijen kenbare kennelijke verschrijving nu het eerst genoemde bedrag in de geciteerde overweging van fl. 50.000,- in plaats van fl. 125.000,- moet zijn. Hetzelfde geldt voor het onder 7.12 van dat arrest per abuis genoemde bedrag van fl. 125.000,- terwijl dit fl. 50.000,- moet zijn.
a) fl. 50.000,- is gelijk aan € 22.689,01
b) fl. 125.000,- is gelijk aan € 56.722,53
c) 2/5 x (€ 195.000,- -/- 56.722,53) = € 55.310,99
De omvang van het totale vergoedingsrecht bedraagt daarmee € 22.689,01 + € 55.310,99 = € 78.000,-. De helft daarvan te weten, € 39.000,- dient door [appellant] aan [geïntimeerde] te worden voldaan.
3.Slotsom
“veroordeelt [appellant] om ter zake de voormalig echtelijke woning (exclusief ondergrond) aan het [a-straat] 5 te [A] een bedrag van € 107.500,- aan [geïntimeerde] te voldoen (…);”