Uitspraak
Verkort arrest van de economische kamer
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Bewezenverklaring
de gemeente Zwartewaterland, althans inNederland,
(als rechtspersoon
)niet uiterlijk binnen dertien maanden na afloop van het boekjaar 2012, op de in artikel 394 lid 1 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voorgeschreven wijze de jaarrekening van dat boekjaar openbaar heeft gemaakt, aangezien op of omstreeks 25 september 2014,
althans 1 februari 2014,voormelde jaarrekening nog niet openbaar was gemaakt door nederlegging van een volledig in de Nederlandse taal gesteld exemplaar, ten kantore van het handelsregister van de plaats waar zij volgens haar statuten haar zetel heeft, te weten het handelsregister dat gehouden wordt door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Société Colas Est [1] en
Roquette Frères [2] . In deze arresten ging het om de vraag of een bedrijfsruimte ook onder het begrip ‘woning’, zoals gehanteerd in het EVRM en het Handvest, kon vallen. Uit deze arresten volgt naar het oordeel van het hof – voor zover hier van belang – niet meer dan dat (ook) een rechtspersoon, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, een beroep op artikel 8 EVRM of artikel 7 van het Handvest kan toekomen. Ook de Hoge Raad ontkent in het bovengenoemde arrest echter niet dat aan rechtspersonen in beginsel een beroep op artikel 8 EVRM kan toekomen. Wel volgt uit het oordeel van de Hoge Raad dat een beroep op het recht op bescherming van privéleven niet kan slagen, voor zover het de verplichting tot openbaarmaking van de jaarrekening betreft.