Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de man,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot vervangende toestemming tot erkenning van een kind. De man, verzoeker in hoger beroep, wilde zijn biologische kind erkennen, maar de moeder was inmiddels een geregistreerd partnerschap aangegaan met een andere man, die juridisch vader was van het kind. De man had eerder, op 14 september 2016, een verzoek om vervangende toestemming ingediend bij de rechtbank, maar dit was afgewezen. Het hof oordeelde dat de man niet succesvol het vaderschap van de nieuwe partner van de moeder kon aanvechten, omdat de moeder in haar recht stond om toestemming te verlenen aan haar partner. Het hof paste de 'strikte maatstaf' toe, omdat de man tijdig vervangende toestemming had kunnen vragen, maar dit niet had gedaan. De rechtbank had eerder de bijzondere curator benoemd en de verzoeken van de man afgewezen. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de man af. Het hof benadrukte dat de moeder statusvoorlichting aan het kind diende te geven over zijn biologische vader, en raadde aan om hulp te zoeken bij het wijkteam of het Centrum voor Jeugd en Gezin voor een neutrale aanpak.