ECLI:NL:GHARL:2017:11409
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Anjewierden
- M. Stoop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake tijdigheid beroepschrift en zekerheidstelling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 15 november 2016 het beroep van de betrokkene ongegrond heeft verklaard. De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, waarbij de kantonrechter oordeelde dat het beroep niet tijdig was ingesteld. De betrokkene had zijn beroepschrift pas op de derde werkdag na de laatste dag van de beroepstermijn ingediend, wat volgens de geldende regels betekent dat het beroep niet tijdig is. Het hof volgt in zijn beoordeling de richtlijnen van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat een poststuk dat via PostNL is verzonden, geacht wordt tijdig ter post te zijn bezorgd als het de eerste of tweede werkdag na de laatste dag van de termijn is ontvangen, tenzij er bewijs is dat het later ter post is bezorgd.
Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter het beroep ontvankelijk heeft geacht, omdat het tijdig was ingesteld en de betrokkene niet in staat was om zekerheid te stellen. Echter, het hof concludeert dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat het beroep niet tijdig was ingesteld, aangezien het beroepschrift pas na afloop van de termijn was ontvangen. De beslissing van de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren, wordt door het hof bevestigd. De betrokkene is niet verschenen ter zitting, en de advocaat-generaal heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de nadere toelichting van de betrokkene.