Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de wijziging van het gezag over twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], na een heftige ouderstrijd tussen de ouders. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft het hof verzocht om de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 1 februari 2017 te vernietigen, waarin de moeder werd belast met het eenhoofdig gezag over de kinderen. De ouders zijn sinds 2006 uit elkaar en hebben in het verleden gezamenlijk gezag gehad, maar door een gebrek aan communicatie en de afwezigheid van contact tussen de vader en de kinderen sinds 2014, heeft de moeder verzocht om het gezag alleen aan haar toe te kennen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden, aangezien de kinderen geen contact meer hebben met de vader en er een onaanvaardbaar risico bestaat dat zij klem of verloren raken tussen de ouders. Het hof heeft geoordeeld dat het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van de kinderen is en heeft de moeder belast met het eenhoofdig gezag. Daarnaast heeft het hof het verzoek van de vader om een omgangsregeling met de kinderen afgewezen, omdat de kinderen zelf hebben aangegeven geen contact met de vader te willen en het hof van oordeel is dat dit in hun belang is. De beslissing van het hof is om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen en het meer of anders verzochte af te wijzen.