ECLI:NL:GHARL:2017:11334
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs bij inbeslagname van cocaïne tijdens grootschalig evenement
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was aangehouden tijdens een grootschalig evenement, waarbij een substantie in beslag was genomen die vermoedelijk cocaïne was. De identificatie van deze substantie was echter problematisch, omdat op de KVI (kennisgeving van inbeslagneming), het proces-verbaal van de indicatieve test en het rapport van het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) niet consistent werd omgegaan met de identificatie van de in beslag genomen substantie. De KVI vermeldde alleen de naam van de verdachte, zonder een uniek identificatienummer, wat in strijd was met de Aanwijzing inbeslagneming. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend worden vastgesteld dat de onderzochte substantie ook daadwerkelijk de substantie was die onder de verdachte in beslag was genomen.
De advocaat van de verdachte voerde aan dat de gebrekkige documentatie en de inconsistenties in de identificatie van de substantie leidden tot onvoldoende bewijs voor de tenlastelegging. Het hof oordeelde dat, gezien de grootschaligheid van het evenement, de eisen van zorgvuldigheid rondom inbeslagneming en verslaglegging des te belangrijker waren. Het hof concludeerde dat de wijze van aanduiding op de verschillende documenten niet eenduidig was en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom werd het vonnis van de politierechter vernietigd en werd de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige documentatie en identificatie bij inbeslagnames, vooral in situaties met een grote hoeveelheid in beslag genomen goederen, zoals bij evenementen waar veel mensen aanwezig zijn. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat hij zich schuldig had gemaakt aan het ten laste gelegde feit.