[het kind] heeft vanaf haar geboorte in [plaats] gewoond en is daar geworteld. Zij is daar naar school gegaan, heeft daar schoolvriendinnetjes en een deel van haar familie woont daar. Dat de moeder regelmatig met [het kind] naar [woonplaats] ging, wil niet zeggen dat een verhuizing naar [woonplaats] voor [het kind] geen grote verandering vormt. Niet alleen haar woonomgeving en school en veranderen dan, maar haar vader woont dan ook ver weg. Dit heeft onherroepelijk tot gevolg dat de vader meer op afstand komt te staan bij de opvoeding en verzorging van [het kind]. De moeder heeft weliswaar in het kader van de omgang enige uitbreiding aangeboden, maar deze uitbreiding acht het hof onvoldoende om deze verandering te kunnen compenseren. Bovendien heeft het hof, gelet op de slechte verstandhouding tussen partijen, maar ook gelet op de handelwijze van de moeder gedurende de afgelopen maanden, er onvoldoende vertrouwen in dat deze omgangsregeling daadwerkelijk en in goede harmonie zal worden uitgevoerd.
De moeder heeft de noodzaak om te verhuizen met [het kind] van [plaats] naar [woonplaats] onvoldoende aannemelijk gemaakt. Zij kon en kan voorlopig in de echtelijke woning van partijen verblijven totdat deze verkocht is. De moeder heeft aangegeven dat zij niet alleen in deze woning durft te verblijven, omdat zij in de gaten zou worden gehouden door de buren en omdat een vriend van de vader haar zou stalken bij de school in [woonplaats]. Nog los van het feit dat de moeder deze stellingen niet heeft onderbouwd, is het hof ook niet gebleken van een voor haar bedreigende situatie. Daarnaast heeft de vader geen toegang meer tot deze woning nu de moeder de sloten heeft laten vervangen. De moeder had de periode waarin zij nog in de echtelijke woning kon verblijven (en nu nog kan verblijven) kunnen aanwenden om andere passende woonruimte in de buurt te vinden, maar van enige inspanning daartoe is niet gebleken. Bovendien is het hof niet gebleken dat de arbeidsmarkt voor de moeder in [woonplaats] gunstiger is. De moeder had weliswaar een baan gevonden in [woonplaats], maar zij heeft niet aangetoond dat dat in [plaats] niet zal kunnen lukken. Zij heeft daartoe voor zover het hof bekend geen pogingen ondernomen.
Het hof acht de door de moeder gewenste verhuizing onvoldoende doordacht en voorbereid. De moeder heeft op dit moment geen zelfstandige woonruimte in [woonplaats], maar verblijft daar al enige maanden bij haar ouders. Door de beslissing van de rechtbank naast zich neer te leggen en toch met [het kind] naar [woonplaats] te vertrekken, heeft de moeder de verstoorde verhoudingen tussen partijen nog verder op scherp gezet. De ouders zijn niet meer in staat om met elkaar te overleggen over [het kind] en afspraken te maken over de (verdeling van de) zorg, terwijl dat juist bij een verhuizing naar een ver weg gelegen woonplaats noodzakelijk is. Het ligt op de weg van de ouders om hierover, met professionele begeleiding, eerst sluitende afspraken te maken, zodat de belangen van [het kind] en de continuïteit van het aandeel van de vader in de zorg voor [het kind] voldoende worden gewaarborgd.
Op grond van het vorenstaande, in onderlinge samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de omstandigheden van het geval de beslissing van de moeder om met [het kind] te verhuizen naar [woonplaats] niet rechtvaardigen.