ECLI:NL:GHARL:2017:11203

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 december 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
21-004436-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep betreffende poging tot doodslag

Op 20 december 2017 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland van 1 augustus 2017. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, en onder bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en een behandelplicht. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 6 december 2017, waar de advocaat-generaal een vordering heeft gedaan tot veroordeling van de verdachte tot dezelfde straf als in eerste aanleg was opgelegd. De verdachte en zijn raadsman, mr. A.M. Smetsers, hebben hun standpunten naar voren gebracht.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, omdat het van oordeel is dat de rechtbank op juiste gronden heeft beslist. De verdachte was niet aanwezig tijdens de uitspraak. Het hof heeft de beslissing genomen met inachtneming van de feiten en omstandigheden van de zaak, en heeft de gronden van de rechtbank overgenomen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. A.J. Smit, en in aanwezigheid van de raadsheren mr. B.J.J. Melssen en mr. K.J.C. Geeve, en griffier mr. A.C. Jochems. Het arrest is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004436-17
Uitspraak d.d.: 20 december 2017
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 1 augustus 2017 met parketnummer 05-882208-16 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1996] ,
thans verblijvende in P.I. [verblijfplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 december 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot dezelfde straf als aan hem in eerste aanleg is opgelegd, ten aanzien van het hem primair ten laste gelegde. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. A.M. Smetsers, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 1 augustus 2017, waartegen het hoger beroep is gericht, de verdachte ter zake van het primair bewezen verklaarde, poging tot doodslag, veroordeeld tot -kort gezegd- een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een behandelplicht en de verplichting om in een wooninstelling te verblijven.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft beslist. Het hof zal het vonnis dan ook met overneming van die gronden bevestigen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. B.J.J. Melssen en mr. K.J.C. Geeve, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.C. Jochems, griffier,
en op 20 december 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. B.J.J. Melssen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 20 december 2017.
Tegenwoordig:
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. W. Stienen, advocaat-generaal,
mr. F. Kaat, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.