In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2017 een tussenarrest gewezen naar aanleiding van een hoger beroep dat was ingesteld door de verdachte tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 100.000,- wegens overtreding van artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet, die betrekking heeft op de veiligheid van werknemers. De overtreding zou hebben plaatsgevonden op 19 juni 2013, toen twee werknemers schoonmaakwerkzaamheden uitvoerden in een mestsilo van veehouder [betrokkene].
Tijdens de regiezitting op 5 december 2017 heeft de verdediging verzocht om nader onderzoek naar de invloed van spuiwater op de mest en de mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke gassen in de silo. De verdediging betwistte de onafhankelijkheid van het eerder verrichte onderzoek door Wageningen UR Livestock Research, omdat er zakelijke banden zouden zijn met de veehouder die betrokken was bij het incident. De advocaat-generaal heeft echter gesteld dat het verzoek om nader onderzoek niet noodzakelijk is en dat er geen twijfel bestaat over de deskundigheid van de onderzoekers.
Het hof heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is om de onderzoekers van Wageningen UR Livestock Research te ondervragen over hun onafhankelijkheid en deskundigheid, voordat verdere stappen worden ondernomen. Het onderzoek is geschorst voor onbepaalde tijd, en de verdachte en de deskundigen zullen worden opgeroepen voor een nader te bepalen terechtzitting. Het hof heeft de onderzoekswensen van de verdediging vooralsnog afgewezen, maar benadrukt dat de beantwoording van de vragen over de gevaarzetting en de verwijtbaarheid van de verdachte cruciaal is voor de verdere afhandeling van de zaak.