ECLI:NL:GHARL:2017:11101
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen wrakingsbeslissing van de rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een wrakingsbeslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen. Verzoekster heeft op 3 oktober 2017 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. T.M.L. Veen, de rechter die op 17 oktober 2017 de behandeling van haar zaak zou leiden. De grond voor het wrakingsverzoek was de weigering van mr. Veen om de gemachtigde van verzoekster inzage te geven in het procesdossier, wat volgens verzoekster leidde tot een onvolledige behandeling van de zaak. De wrakingskamer van de rechtbank heeft het verzoek op 13 oktober 2017 zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verzoek niet betrekking had op de met de behandeling van de zaak belaste rechter.
Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof concludeert dat verzoekster geen zodanige omstandigheden heeft aangevoerd die kunnen leiden tot een doorbreking van het appelverbod zoals vastgelegd in artikel 39, vijfde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De wrakingskamer van het hof heeft vastgesteld dat de beslissing van mr. Veen om geen inzage te geven in het dossier niet door haar is genomen, maar door een griffiemedewerker. Hierdoor was het wrakingsverzoek niet ontvankelijk, en het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank.
De wrakingskamer van het hof heeft op 14 december 2017 de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen de wrakingsbeslissing van de rechtbank. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de wrakingskamer en de griffier.