ECLI:NL:GHARL:2017:11097
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen tussenbeschikking inzake verdeling huwelijksgemeenschap en partneralimentatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een tussenbeschikking van de rechtbank Noord-Nederland, gegeven op 25 april 2017. De man, appellant, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking, waarin de rechtbank heeft besloten om iedere beslissing aan te houden en partijen de gelegenheid te geven om zich nader uit te laten over de verdeling van de huwelijksgemeenschap en de partneralimentatie. De vrouw, geïntimeerde, heeft verweer gevoerd en voorwaardelijk hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft op 7 december 2017 de zaak behandeld, waarbij uitsluitend de ontvankelijkheid van het hoger beroep aan de orde was. De man stelde dat de beschikking een bindende eindbeslissing bevatte, waartegen hoger beroep mogelijk was. Het hof oordeelde echter dat de beschikking een tussenbeschikking was en dat er geen eind was gemaakt aan de rechtsstrijd. Hierdoor was hoger beroep uitgesloten. De man had ook aangevoerd dat de griffiersmededeling onder de beschikking een opening voor hoger beroep bood, maar het hof stelde vast dat deze mededeling geen beslissing van de rechtbank was.
Uiteindelijk heeft het hof de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen de beschikking van de rechtbank. De uitspraak werd gedaan door de drie rechters van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en vond plaats op 14 december 2017.