Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verzoeker] ,
verder te noemen: [verzoeker] ,
alsmede
2.
[D] en [E],
verzoekers,
advocaat: mr. H.A. de Boer te Sneek,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een vijftienjarige minderjarige, hierna te noemen [verzoeker]. De machtiging was oorspronkelijk verleend op 18 juli 2017 en gold tot 4 februari 2018. Het hof heeft in een eerdere tussenbeschikking van 7 september 2017 de gecertificeerde instelling (GI) opgedragen om stukken in te dienen met betrekking tot de behandeling van [verzoeker]. De GI heeft op 16 november 2017 de gevraagde stukken ingediend, waarover de advocaat van [verzoeker] en zijn ouders op 20 november 2017 hebben gereageerd. Het hof heeft vastgesteld dat [verzoeker] na een lange periode van uithuisplaatsing, waarin hij op verschillende plekken heeft gewoond, weer bij zijn ouders wil wonen. De ouders steunen deze wens, maar het hof oordeelt dat een zorgvuldige voorbereiding van de terugkeer van [verzoeker] naar zijn ouders noodzakelijk is.
Het hof heeft de overwegingen uit de tussenbeschikking gehandhaafd en is van mening dat de machtiging gesloten jeugdhulp in stand moet blijven. Dit is noodzakelijk vanwege de ernstige gedragsproblemen van [verzoeker] en het ontbreken van een minder ingrijpende oplossing. Het hof heeft ook rekening gehouden met het belang van [verzoeker] en de noodzaak om de ouders goed voor te bereiden op zijn terugkeer. De beslissing van het hof houdt in dat [verzoeker] en zijn ouders niet-ontvankelijk worden verklaard in hun beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot vervanging van de GI, en dat de bestreden beschikking van de kinderrechter wordt bekrachtigd.