Bij klaagschrift van 4 juni 2010 heeft [appellant] een klacht ingediend tegen [geïntimeerde 2] bij de klachtencommissie NIVRA-NOvAA.
De klachtencommissie heeft 2 van de 7 klachten gegrond verklaard. Zij overwoog:
“Klachtonderdeel 2: Verweerder heeft klager uitsluitend geadviseerd om de schadeloosstelling via een tantième-uitkering aan klager te doen toekomen. Dit advies is volgens klager geen goed advies, verweerder had bovendien meerdere alternatieven moeten aandragen hetgeen hij volgens klager niet heeft gedaan.
(…)De klachtencommissie kan het advies van verweerder in het licht van de eigendomssituatie van de onderneming volgen. Dat het verwerken van de schadeloosstelling via een tantième-uitkering in de conceptcijfers voor klager, zoals hij aangeeft, onwenselijke gevolgen heeft gehad en om die reden in zijn ogen een slecht advies was, heeft mede te maken met het feit dat verweerder zonder overleg met klager de conceptcijfers ter beschikking heeft gesteld aan de belastingdienst. Dit aspect wordt echter bij dit klachtonderdeel buiten beschouwing gelaten en komt aan de orde bij klachtonderdeel 7.
Wel is de klachtencommissie gebleken dat verweerder aangaande de verwerking van de schadeloosstelling niet schriftelijk heeft gecommuniceerd. De klachtencommissie is van mening dat het door de Accountants-Administratieconsulent in acht te nemen beginsel van zorgvuldigheid in de zin van de Verordening gedragscode met zich meebrengt dat verweerder zijn bevindingen en adviezen met betrekking tot het vraagstuk rondom het verwerken van de schadeloosstelling in de jaarrekening schriftelijk aan klager had behoren te communiceren, onder vermelding van de consequenties die de uiteindelijk gemaakte keuze van de tantième-uitkering met zich mee zouden brengen. In elk geval had verweerder een en ander duidelijk schriftelijk in zijn dossier moeten vastleggen, hetgeen voor zover de klachtencommissie is gebleken niet is gebeurd. De klachtencommissie acht dit klachtonderdeel gegrond.”
Klachtonderdeel 7 is door de Klachtencommissie aldus geïnterpreteerd dat dit mede inhield dat [geïntimeerde 2] zonder overleg met [appellant] inzage in de jaarstukken heeft verschaft aan de belastingdienst. De Klachtencommissie overweegt hierover:
“Tijdens de behandeling van de klacht is door klager echter benadrukt dat de versnelde invordering heeft plaatsgevonden doordat verweerder, zonder overleg met klager, inzage aan de belastingdienst had verstrekt in de concept jaarrekeningen 2006 en 2007. De klachtencommissie begrijpt dit klachtonderdeel dan ook mede zo dat klager daarmee tevens bedoeld heeft te klagen over het zonder zijn toestemming inzage geven in de concept jaarrekeningen aan de belastingdienst. Verweerder heeft verzuimd om toestemming aan klager te vragen alvorens de belastingdienst inzage te verlenen in de concept jaarrekeningen. Door dit na te laten heeft verweerder, naar de mening van de klachtencommissie, in strijd gehandeld met het door hem als Accountant-Adviseur in acht te nemen fundamenteel beginsel van geheimhouding als bedoeld in de Verordening gedragscode. De klachtencommissie acht dit klachtonderdeel dan ook gegrond.”