Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Allianz Nederland Schadeverzekering N.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
gen kens van ?00). sten. Met het afwijzen van die vordering wordt Direct Pay zelfs veroordeel in de kosten van gedaagde partij ((grieven A en B en D en E) en de berekening van het verlies verdienvermogen vanaf faillissement vennootschappen van [geïntimeerde] d.d. 30 augustus 2006 in plaats vanaf datum ongeval (grief C). Tot slot vordert [geïntimeerde] – onder grief F en met eisvermeerdering – de schade als gevolg van de door hem gestelde ongevalsgerelateerde faillissementen van zijn vennootschappen (bijna € 3 mio).
psyche” vermeldt Kruithof:
Adequaat reagerende man, geen duidelijke aanwijzingen voor psychopathologie, geen duidelijke tekenen van cognitieve stoornissen tijdens het onderzoek. Tijdens het gesprek is patiënt af en toe wat emotioneel labiel.”In de beschouwing en conclusie (par. 4) beschrijft Kruithof zijn bevindingen en hij concludeert “
dat de onderzoeks-bevindingen ten tijde van [zijn] onderzoek op 12 januari 2006 overeenstemmen met de onderzoeksbevindingen, zoals verwoord in het expertiserapport van 25 juni 2001. Ik concludeer dat er sinds het ongeval sprake is van een consistent aanwezig klachtenpatroon, hetgeen aanleiding was voor patiënt om zijn werkzaamheden als aannemer, waarbij hij een “manusje van alles” was, te staken. Op basis van de onderzoeksbevindingen van beide expertiserend specialisten en mijn eigen onderzoeksbevindingen ten tijde van het onderzoek op 12 januari 2006 welke overeenstemmen met de onderzoeksbevindingen van genoemde expertiserend specialisten, ben ik van mening dat patiënt is aangewezen op arbeid waarbij beperkingen gelden ten aanzien van activiteiten gedurende welke patiënt een statische houding moet aannemen. Om deze reden zijn langdurig zitten, staan, gebogen werken duidelijk beperkt. Verder gelden er beperkingen ten aanzien van belasting van de lage rug en het rechter been hetgeen aanleiding is voor beperkingen ten aanzien van duwen, dragen, tillen, trekken, lopen, buigen etc. Voor een omschrijving van de beperkingen verwijs ik naar bijgevoegde beperkingenlijst d.d. 13 januari 2006.”Pas nadat het definitieve rapport van Wouters was gereedgekomen heeft [geïntimeerde] ook het beperkingenprofiel van Kruithof onder ogen gekregen (door een omissie van de toenmalige raadsman van [geïntimeerde] gebeurde dit niet eerder, zie memorie van antwoord sub 41). In een ongedateerde brief van de toenmalige advocaat van [geïntimeerde] aan Wouters (productie 12 memorie van antwoord) is het door Kruithof opgestelde beperkingenprofiel (de beperkingenlijst) bekritiseerd, is aangevoerd dat er voorbij is gegaan aan de cognitieve beperkingen (ook als gevolg van de medicatie) en is erop gewezen dat [geïntimeerde] volledig arbeidsongeschikt is voor de WAZ alsmede onder de arbeidsongeschiktheidsverzekering van “De Amersfoortse”. Het hof deelt deze kritiek van [geïntimeerde] niet. Allereerst zijn de onderzoeksbevindingen (in par. 4) ten aanzien van de beschreven beperkingen niet bestreden en heeft Kruithof wel degelijk aandacht gehad voor psychopathologie en cognitieve stoornissen (par. 3.4) en ook overigens de medicatie vermeld die [geïntimeerde] toen gebruikte (Temazepam en Rivotril). Dat Kruithof hieraan niet de conclusies heeft verbonden die [geïntimeerde] voor staat, is daartoe niet voldoende. Overigens merkt het hof op dat de door [geïntimeerde] gestelde cognitieve beperkingen ook niet onderschreven worden in het onderzoeksrapport van De Bijl, klinisch neuropsycholoog en Willems-Lenders, neuropsycholoog (beiden verbonden aan Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis) d.d. 15 november 2002, welk rapport werd opgesteld ten behoeve van De Amersfoortse. De onderzoeksbevindingen van Kruithof zijn vervolgens neergelegd in het (bestreden) belastbaarheidspatroon, dat uiteindelijk slechts een weerslag/verkorting betreft van de beschreven onderzoeksbevindingen. Dat er verschil van inzicht bestaat over de mate van traplopen, tillen, klimmen/klauteren, dragen en knielen/kruipen moge zo zijn, doch dat laat onverlet dat Kruithof wel de beschreven beperkingen van [geïntimeerde] heeft aangenomen. Dat Kruithof gebruik heeft gemaakt van (kennelijk) de FIS systematiek en niet van de meer gangbare FML beperkingenlijst, zoals de door [geïntimeerde] ingeschakelde arbeidsdeskundige H.R. Betten aanvoert in zijn brief d.d. 6 december 2006 aan de toenmalige advocaat van [geïntimeerde] (onderdeel van productie 12 conclusie van antwoord enz.), doet daarom geen afbreuk aan zijn bevindingen wat betreft de beperkingen van [geïntimeerde]; in die zin is die bijlage dan ook niet los te zien van de bevindingen en dient het beperkingenprofiel dan ook in die context gelezen en verstaan te worden. Voor het overige sluit het hof zich aan bij de overwegingen van de rechtbank onder 4.5-4.9 van het tussenvonnis van 25 maart 2009 en maakt die tot de zijne.
3.De beslissing
alléén op de dinsdagen en woensdagen in de maanden januari tot en met mei 2018zullen opgeven op de
roldatum 9 januari 2018, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door het hof zal worden vastgesteld;