Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 16 mei 2017 de bezwaren van belanghebbende tegen een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2013 ongegrond heeft verklaard. De inspecteur van de Belastingdienst had de aftrek van hypotheekrente niet geaccepteerd, waardoor het belastbare inkomen uit werk en woning werd vastgesteld op € 33.054. Belanghebbende stelt dat de woning in 2013 bestemd was voor verkoop, en dat hij tot 1 april 2013 in de woning woonde, waardoor deze als eigen woning moet worden aangemerkt volgens de Wet inkomstenbelasting 2001.
Tijdens de zitting op 15 november 2017 heeft belanghebbende verklaard dat hij de woning in 2013 niet actief te koop heeft aangeboden, maar wel enkele activiteiten heeft ondernomen om de woning verkoopbaar te maken. Het Hof oordeelt dat de woning in 2013 niet als bestemd voor verkoop kan worden aangemerkt, omdat belanghebbende niet bereid was de woning voor een marktconforme prijs te verkopen. Het Hof acht het aannemelijk dat belanghebbende tot 13 maart 2013 in de woning woonde, maar niet langer. Dit leidt tot een herziening van het belastbare inkomen uit werk en woning naar € 31.269.
Het Hof verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en vermindert de aanslag. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die in totaal op € 2.226 worden vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 5 december 2017.