Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, die in hoger beroep is gegaan, heeft geweigerd openheid van zaken te geven over zijn strafrechtelijke verleden, wat een belangrijke contra-indicatie vormt voor het contact met het kind. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een rapport van 14 juni 2017 geconcludeerd dat omgang tussen de vader en het kind in strijd is met de zwaarwegende belangen van het kind. Dit oordeel is gebaseerd op het gebrek aan inzicht in het functioneren van de vader en de ernstige relatieproblematiek tussen de ouders, die leidt tot escalaties en bedreigingen. Het hof heeft de visie van de Raad onderschreven en geconcludeerd dat het vaststellen van een omgangsregeling onder de huidige omstandigheden niet in het belang van het kind is. De moeder heeft aangegeven dat zij hulpverlening voor het kind heeft aangevraagd om een realistisch beeld van de vader te vormen, wat het hof positief waardeert. De beslissing van het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarbij de veiligheid van het kind voorop staat.