Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
wonende te [A] ,
verzoeker in hoger beroep,
in eerste aanleg: verzoeker,
[verzoeker],
verweerster in hoger beroep,
in eerste aanleg: verweerster,
hierna:
de VvE,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift van [verzoeker] , ingekomen op 21 juni 2016 (met grieven en producties),
- het verweerschrift van de VvE,
- de door [verzoeker] ingediende producties bij formulier d.d. 24 maart 2017,
- de gehouden mondelinge behandeling van 31 maart 2017, waarvan proces-verbaal is opgemaakt en aan de stukken is toegevoegd.
3.De feiten
Aandelen die door de splitsing ontstaan en aandelen in de verplichting tot het bijdragen in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn”, is artikel 8 opgenomen, luidende:
Schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn en baten die aan de gezamenlijke eigenaars toekomen, reservefonds en onderhoudsplan” bevat de artikelen 9 en 10. Artikel 9 van het Reglement geeft een opsomming van de schulden en kosten van de gezamenlijke eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 lid 1 onder a BW.
Gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken”. Artikel 17 van het Reglement bevat een opsomming wat (onder meer) onder gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken wordt verstaan. Artikel 20 van het Reglement luidt – voor zover van belang - :
“1. Iedere eigenaar en gebruiker heeft het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken volgens de bestemming daarvan. (...)2. De eigenaar van een parkeerplaats heeft uitsluitend het gebruik van de parkeerkelder en de toegangen daartoe, waaronder hellingbaan, hal, trappenhuis en lift. Overigens heeft die eigenaar niet het gebruik van gemeenschappelijke gedeelten en zaken. De desbetreffende eigenaar dient wel bij te dragen in de schulden en kosten die betrekking hebben op die overige gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken."
een afwijkende kostenverdeling als bedoeld in artikel 52 negende lid”. Artikel 52 lid 9 van het Reglement ziet kennelijk op de besluiten genoemd in artikel 52 lid 8 van het Reglement, zijnde “
besluiten tot verbouwing of voor besluiten tot het aanbrengen van nieuwe installaties of tot het wegbreken van bestaande installaties.” Voor die besluiten dient volgens artikel 52 lid 9 van het Reglement “
tevens te worden vastgesteld welke eigenaars in welke verhouding moeten bijdragen in de kosten. Deze verhouding kan afwijken van het bepaalde in artikel 8 tweede lid. Een afwijkende kostenverdeling dient te worden opgenomen in het huishoudelijk reglement.”
De soorten kosten worden in 2 groepen ondergebracht, waarbij voor de verdeling van kosten groep A wordt toegerekend aan de eigenaren volgens de breukdelen zoals genoemd in de splitsingsakte, onder D en groep B, waarbij een verdeling met een factor 1 voor alle eigenaren wordt toegepast.
- Opstal- en glasverzekering
- Groot onderhoud
- Aansprakelijkheid verzekering
- Onderhoud liften
- Rechtsbijstandverzekering
- Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering
- Aankleding gemeenschappelijke ruimten
- Energiekosten gemeenschappelijke ruimten
- Schoonmaakkosten gemeenschappelijke ruimten
- Glazenwassen
- Onderhoud tuin
- Onderhoud hydrofoor en vuilwaterpomp”
Er is gestemd over de wijze van berekenen en presentatie van de servicekosten, iedereen is akkoord en wil zo door.”
“
(...) Wij stellen de vergadering (...) voor artikel 8.3 van de splitsingsakte toe te passen, waarbij wij onderscheid maken tussen eigenaren van de appartementsrechten 1 t/m 19 en eigenaren van appartementsrechten 20 t/m 29 waarmee er twee groepen eigenaren worden gedefinieerd. Dit betekent, dat wij voorstellen om op basis van artikel 8.3 van de splitsingsakte, artikel 52 van het Huishoudelijk Reglement aan te passen zoals in bijgaand voorstel aangegeven.”De tekst van het voorgestelde nieuwe artikel 52 van het huishoudelijk reglement luidt:
Het bestuur heeft nagedacht en moeite gedaan om een manier te vinden waarop de huidige afspraken die gemaakt zijn ook juridisch gezien juist zijn en deze op te nemen in het huishoudelijk reglement.
4.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
primaireen verklaring voor recht dat het besluit van 30 april 2015 tot het wijzigen/aanpassen van artikel 52 van het huishoudelijk reglement nietig is wegens strijd met de Splitsingsakte;
subsidiairvernietiging van het besluit van 30 april 2015 tot het wijzigen/aanpassen van artikel 52 van het huishoudelijk regelement;
5.De beoordeling van het verzoek in hoger beroep en de grieven
grieven 1, 2 en 7komt [verzoeker] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat het besluit van 30 april 2015 niet nietig is. De verwerping van de stelling van [verzoeker] dat het besluit in strijd is met artikel 8 lid 3 van het Reglement wordt bestreden met de
grieven 3 en 4.De beslissing van de kantonrechter dat het beroep van [verzoeker] op de nietigheid van het besluit, doordat hij niet met het besluit van 30 april 2015 heeft ingestemd, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt door [verzoeker] met
grief 5betwist. Met
grief 6bestrijdt [verzoeker] het oordeel van de kantonrechter dat het niet inschrijven van het (gewijzigde) huishoudelijk reglement in het kadaster geen nietigheid meebrengt. In
grief 8komt [verzoeker] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de VvE bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid en billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.
grieven 1, 2 en 7.