ECLI:NL:GHARL:2017:10350

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 november 2017
Publicatiedatum
27 november 2017
Zaaknummer
200.208.792/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake beloning bewindvoerder en korting voor niet verschijnen ter zitting

In deze zaak gaat het om de beloning van de bewindvoerder voor aanvangswerkzaamheden, die in de bestreden beschikking door de kantonrechter was vastgesteld op € 389,50 exclusief btw. De kantonrechter had deze beloning met twee uur verminderd omdat de bewindvoerder niet op de instellingszitting was verschenen. De bewindvoerder heeft echter betoogd dat hij wel op het aangegeven tijdstip aanwezig was, maar dat de zitting eerder was begonnen dan in de oproepingsbrief was aangegeven. Dit heeft geleid tot een onjuist oordeel van de kantonrechter. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd voor zover het de beslissing over de vergoeding voor aanvangswerkzaamheden betreft en de beloning vastgesteld op € 519,40 exclusief btw. De overige onderdelen van de beschikking zijn bekrachtigd. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 augustus 2017, waarbij de bewindvoerder en zijn advocaat aanwezig waren. Het hof heeft kennisgenomen van verschillende stukken en verklaringen die door de bewindvoerder zijn ingediend ter onderbouwing van zijn standpunt. De beslissing van het hof is op 23 november 2017 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.208.792/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 5264698 VO VERZ 16-1584)
beschikking van 23 november 2017
in de zaak van
[verzoeker] h.o.d.n. [A] ,kantoorhoudend te [B] ,
verzoeker,
verder te noemen: de bewindvoerder dan wel [verzoeker] ,
advocaat: mr. H.L. Thiescheffer te Leeuwarden.
Als belanghebbende is aangemerkt:
[de rechthebbende],
wonende te [C] ,
verder te noemen: de rechthebbende.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 28 oktober 2016, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met productie(s), ingekomen op 27 januari 2017;
- een journaalbericht van mr. Thiescheffer van 20 februari 2017 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Thiescheffer van 22 februari 2017 met productie(s).
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 10 augustus 2017 plaatsgevonden. De bewindvoerder en zijn advocaat zijn daarbij verschenen. Zoals ter zitting besproken heeft het hof de uitspraak enige tijd aangehouden teneinde de bewindvoerder in de gelegenheid te stellen nog contact op te nemen met de griffie van de rechtbank om te pogen een andere oplossing te bewerkstelligen.
2.3
Het hof heeft kennisgenomen van de brief van mr. Thiescheffer van 2 oktober 2017 met productie(s). De inhoud ervan maakt een beslissing van het hof op het voorliggende verzoek noodzakelijk.

3.De motivering van de beslissing

3.1
Aan de orde is de beloning van de bewindvoerder voor aanvangswerkzaamheden, in de bestreden beschikking bepaald op € 389,50 exclusief btw met daarbij de overweging dat de beloning voor de aanvangswerkzaamheden met twee uur is verminderd omdat de bewindvoerder niet op de instellingszitting van de kantonrechter is verschenen.
3.2
Op grond van artikel 1:447 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de bewindvoerder aanspraak op beloning overeenkomstig de regels die daaromtrent bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie zijn vastgesteld.
3.3
Artikel 3 lid 5 onder a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: de Regeling), bepaalt dat de kantonrechter naast de jaarbeloning in voorkomende gevallen een beloning voor aanvangswerkzaamheden toekent ter hoogte van
€ 519,40, of € 389,50 indien de bewindvoerder voorafgaand aan het bewind budgetbeheer heeft gevoerd.
Overeenkomstig het zesde lid kan de kantonrechter wegens uitzonderlijke omstandigheden de beloning anders vaststellen.
3.4
In de Aanbevelingen meerderjarigenbewind van het LOVCK (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton & Toezicht) is onder meer opgenomen dat de vergoeding voor aanvangswerkzaamheden met twee uur wordt verminderd indien de bewindvoerder niet op de instellingszitting verschijnt.
3.5
Het hoger beroep van de bewindvoerder strekt tot betoog dat ten onrechte een korting op de aanvangsvergoeding is toegepast omdat de zitting eerder was begonnen dan op het in de oproepingsbrief aangegeven tijdstip. De bewindvoerder was wel op het aangegeven tijdstip verschenen maar toen was de zaak al door de kantonrechter behandeld. De bewindvoerder heeft een en ander nader met stukken en verklaringen onderbouwd.
3.6
Gelet op de gegeven onderbouwing acht het hof voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van een onjuist oordeel van de kantonrechter door ervan uit te gaan dat de beoogd bewindvoerder niet op de instellingszitting was verschenen. Het hof zal daarom de bestreden beschikking vernietigen op het punt van de beloning voor de aanvangswerkzaamheden en die alsnog bepalen op € 519,40 exclusief btw.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 28 oktober 2016 voor zover het de beslissing over de vergoeding voor aanvangswerkzaamheden betreft;
en opnieuw rechtdoende:
stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 519,40 exclusief btw;
bekrachtigt de bestreden beschikking voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.G. Idsardi, E.B.E.M. Rikaart-Gerard en
F. Kleefmann en is op 23 november 2017 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.