Uitspraak
Verkort arrest van de militaire kamer
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Bewezenverklaring
De vragen die het hof dient te beantwoorden zijn welke handelingen er hebben plaatsgevonden en of deze handelingen met instemming van [slachtoffer] of tegen haar zin, terwijl zij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, hebben plaatsgevonden; en als dit laatste het geval was, of verdachte zich daarvan bewust was.
of omstreeks20 juni 2014 te Den Helder,
in ieder geval in Nederland,met [slachtoffer] , van wie verdachte wist, dat zij
(mede
)ten gevolge van overmatige alcoholinname, in staat van
bewusteloosheid en/ofverminderd bewustzijn (een roes
en/of delirium)
en/of lichamelijke onmachtverkeerde, buiten echt, één of meerdere ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het onder de kleding vastpakken en
/ofvasthouden en
/ofstrelen van
(een
)tepel
(s)en
/of (een
)borst
(en)van de [slachtoffer] en
/ofhet met zijn, verdachtes, hand in de broek en/of string gaan van die [slachtoffer] en het
(vervolgens
)betasten en/of strelen van die [slachtoffer] .
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.047,25 (duizend zevenenveertig euro en vijfentwintig cent) bestaande uit € 47,25 (zevenenveertig euro en vijfentwintig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.